Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

EDJSL003 - De weerwolf

Een sage (boek), 1894

Leonardo_Diffusion_XL_A_realistic_color_photo_of_a_werewolf_2.jpg
weerwolfklein.jpg

Hoofdtekst

De weerwolf
Er was eens een boerenknecht die soms een weerwolf was.
De knecht vrijde met een van de meiden, maar zij wist van de prins geen kwaad. Op een keer waren ze een eind buiten het dorp gaan wandelen. Toen ze op huis aangingen, viel de schemer in.
Opeens had de knecht zin weerwolf te worden.
Hij zei tegen de meid: "Ik moet hier even een boodschap doen. Loop jij maar vast door, ik haal je wel in. Mocht je een kwade hond tegenkomen, die je wil bijten, gooi hem dan mijn zakdoek toe. Dan heeft hij iets om zijn tanden in te zetten, terwijl jij ervandoor gaat."
Hij ging weg, en een poosje later zag ze een grote hond op zich afkomen. Ze gooide hem de zakdoek toe en zette het op een lopen. Het dier scheurde de zakdoek aan flarden en at hem op. Toen werd de weerwolf weer mens. De knecht haalde de meid in en liep met haar op, terwijl ze hem vertelde wat er was voorgevallen. Op de boerderij werd het geval nogmaals besproken. De knecht zei niet veel. Toen ze gingen eten, zagen ze stukken van de zakdoek tussen zijn tanden zitten. Zo merkten ze dat hij de weerwolf was.
De volgende dag stuurde de boer de knecht voor dag en dauw op karwei, een paar uur gaans van de hoeve. Ze doorzochten zijn kamer en vonden de riem, die weerwolven altijd om hun middel binden als ze zich willen veranderen. Dadelijk liet de boer de oven opstoken. De buren werden er bij geroepen, en de riem werd in de vlammen gegooid.
Hoe hij het had klaargespeeld, weet niemand, maar op hetzelfde ogenblik stond de knecht tussen hen in.
Als ze hem niet hadden tegengehouden, was hij in het vuur gesprongen.
Toen de riem was verbrand, kwam hij tot bedaren. Hij was voorgoed van de weerwolverij verlost.
(Noord-Brabant)

Onderwerp

SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.    SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   

Beschrijving

Boerenknecht zegt tegen zijn meisje dat hij een boodschap moet doen, en dat zij als ze een kwade hond tegenkomt die zijn zakdoek moet geven. Ze komt inderdaad een hond tegen, gooit de zakdoek naar de hond en vlucht. Tijdens het eten ziet men dat hij stukken van een zakdoek tussen zijn tanden heeft zitten. Bij het doorzoeken van zijn kamer wordt de riem gevonden waarmee iemand in een weerwolf verandert. Zodra de riem in het vuur is gegooid staat de knecht die ver weg aan het werk was, bij de oven en probeert in het vuur te springen. Na het verbranden van de riem is de knecht verlost.

Bron

E. de Jong. Sagen en Legenden van de Lage Landen. Bussum: Van Holkema & Warendorf, 1980. p. 18

Commentaar

Bron: E. de Jong & H. Sleutelaar: Sprookjes van de Lage landen, Amsterdam 1972, p.115

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20