Dwaallichtjes deden de mensen vaak verdwalen. Op een dag hoorde een man mensen om hulp roepen in de buurt van het moeras. Toen de man met een lantaren ging kijken, hoorde hij roepen: "Kom maar langs hier met je licht, want wij zitten in het water!"
Een man die 's nachts door de maar werd bereden, schreeuwde van de pijn. Toen de maar weg was, kroop de man uit zijn bed en ging beneden bij de kachel zitten omdat hij niet opnieuw in zijn bed durfde te gaan liggen. Op aanraden van zijn vrouw sliep…
Tijdens een zware storm was de stuurman van een schip overboord gevallen en verdronken. Toen het schip aanmeerde, stond de zoon van de overleden man op het strand te wachten. Niemand van de bemanningsleden had echter de moed de jongen te vertellen…
Een man ging 's avonds samen met een zekere H. op frettenjacht. Toen er een fret in een boom was gekropen, begonnen de honden plots te blaffen. De man kroop in de boom en probeerde de fret met een stok te raken. Daarop riep het dier in het…
De maar was een stilstand van het bloed. Een vrouw werd door een mannelijke maar bereden; een man door een vrouwelijke maar. Mensen die door de maar werden bereden, hoorden voetstappen op de trap, waarna de deur werd opengemaakt en de dekens van het…
Een man vertelde aan een vrouw dat hij elke nacht bezweet wakker werd en haast geen adem meer had. Wanneer de man dan wilde roepen, kwam er geen geluid uit zijn keel. De vrouw oordeelde dat de man door de maar werd bereden. "Zolang je op je zij…
De mensen zagen soms een lamp die ze 'de weerwolf' noemden. Naar die lamp mocht men niet roepen, want anders stond er de volgende ochtend een zwarte hand in de deur gebrand.
Een man hoorde omstreeks middernacht iets roepen bij een bocht. Toen de man thuiskwam en aan zijn moeder vertelde wat hij had gehoord, sprak de vrouw: "Dat is de helse jacht die door de lucht vliegt". Er vloog dan een hele groep door de lucht,…
De eeuwige jager was een jongen die door zijn ouders verwenst was. In de Wijnendaalse bossen hoorde men hem roepen: "tjagouw". Men zag hem van de ene boom naar de andere springen.
Een knecht die naar huis wilde gaan, raakte verdwaald in een veld. De man zag nergens licht en kon zich niet meer oriënteren. Toen de man naar iemand had geroepen, wist hij weer waar hij was.
Een man die iedere avond voorbij een beek moest, hoorde bij het water altijd een stem roepen: "Zet ik hier nog een lap, dan is er weer een gat...". Toen de man op een dag antwoordde: "Zet maar lap op lap", werd hij in het water gegooid.
Een vrouw die bij een lindeboom een vuurman zag staan, riep: "Hé, kom eens!" Het volgende ogenblik stond de brandende vuurman al bij haar. Merkwaardig genoeg was er niets verbrand.
Een man die een weddenschap had gesloten, moest op het kerkhof een been gaan oprapen. Toen de man dat deed, hoorde hij een stem die zei: "Mijn beentje! Mijn beentje!" De man was gestorven van angst.
Een jongetje had van een heks een prentje gekregen om op zijn muts te steken. De jongen werd blind, had voortdurend ongeluk en riep de hele tijd: "Mammeke, ze steekt me!"
Jozef had al vaak de vuurman gezien. Op een avond zei hij: "Ik wil vandaag de vuurman nog eens zien". Toen de man naar buiten ging, stond de vuurman al vóór hem. Er was niets anders te zien dan twee gloeiende ogen. Men wilde de vuurman vangen,…
Tijdens de winter van 1914 zag men 's avonds altijd een ster met een lange staart in de lucht. De mensen geloofden dat die ster een voorteken van de oorlog was.
Als er ergens een uil op het dak zat, die schreeuwde: "Dood, dood!", dan zou in dat huis…
Een man uit Westkapelle wilde een varken slachten en zond daarom zijn dertigjarige zoon naar de slachter. De zoon liet zich door de vrouw van de slachter overhalen om wat vlees mee te eten. Toen de zoon weer thuiskwam, gooide hij zijn klompen omhoog…
Op een boerderij kon men het spook van 'den Hogen Brand' altijd horen roepen. Toen de eigenaar van die boerderij gestorven was, hoorden de huurders het geluid niet meer.
Een man die door de maar werd bereden, had het gevoel dat hij door iemand bij de keel werd gegrepen. Toen zijn echtgenote zijn naam riep, was de man verlost van de maar. Als men door de maar werd bereden, moest men iets over zich heen gooien zodat…
Een man geraakte niet over de Kwabrugge omdat de waterduivel daar zat. De man had nochtans altijd gespot met zulke zaken en gezegd dat hij niet bang was voor Flodder. Die dag werd de man echter in het water gegooid door een waterduivel die riep:…
Bij de kerktoren lag een hoop stenen. Een man die daar 's avonds voor een weddenschap een steen ging wegnemen, hoorde een stem roepen: "Blijf daar af!"
Een man wiens boot aan het zinken was, merkte dat al zijn bemanningsleden al overboord waren gesprongen. Plots hoorde de man een jongen roepen: "Ik ben hier nog!" Daarop sprak de man tot de jongen, terwijl de sloep half vol water stond: "We hebben…