Een visser zag een vrouw voorbijkomen, die zei: "Jij vangt zeker veel?" Daarna ving de man helemaal geen vis meer. Als de vrouw in een goede stemming was en zei: "Jij vangt zeker niet veel?", dan ving de man veel vis.
Een visser die beweerde dat hij nergens bang voor was, moest op een nacht na twaalf uur de wacht houden op het schip. De andere bemanningsleden besloten de dappere visser een poets te bakken. Met een paar kledingstukken die ze ergens aan vastmaakten,…
Een visser vertelde bedroefd aan de pastoor dat men zijn anker en zijn touw had gestolen en dat hij daardoor niet op zee kon gaan. Daarop antwoordde de geestelijke: "Ze hebben dat niet gestolen. Ze zullen het wel terugbrengen". Zondag na de vespers…
Een visser ging naar zijn baas met wie hij moest meevaren. Omdat het regenachtig weer was, besloot de baas om pas de volgende ochtend te vertrekken. De man ging terug naar huis door het bos en kwam daar een kalf met een krullende staart tegen, dat…
Vroeger werd er veel verteld over de waterduivel. Op een dag ging een grapjas met een laken en kettingen palingvissers bang maken. Eén van de vissers was echter helemaal niet bang en ranselde de duivel flink af. Daarna was het onmiddellijk gedaan met…
De waternekker was er altijd op uit om de mensen te bedriegen. Wanneer de vissers 's nachts moesten uitvaren en de windrichting ongunstig was, hoorden ze de waternekker in de straten roepen: "Wekke, wekke, wekke, ik sta met de wind in mijn nekke".…
Kludde was een watergeest waarover in Buizingen werd verteld omdat de Zenne daar 150 jaar geleden veel palingvissers lokte. De Zenne lag echter op de grote invalsweg van Frankrijk, waardoor de mensen daar werden geconfronteerd met allerlei…
Een garnaalvisser haalde zijn korf uit de stal en hing die op zijn rug. Toen de man iets in de korf voelde bewegen, geloofde hij dat het de eeuwige kruwer was en hij gooide de korf snel weer op de grond. Er bleek een konijn in de korf te zitten.
Een visser die zijn ziel aan de duivel had verkocht, lag 's nachts in zijn kajuit te slapen terwijl een matroos bij de deur de wacht hield. Om tien vóór twaalf, kwam er een bootje aangevaren. "We zijn hier", sprak de figuur die in de boot zat. Toen…
Een man die te lui was om paling te vangen, maar er toch graag had, ging op een avond naar de beek om de paling van iemand anders te roven. De luierik zette een brandende kaars in een klomp en liet die meedrijven met de stroom. Toen een visser dat…
De naam 'Lissewege' is ontstaan toen enkele vissers uit Heist een Mariabeeld uit een lisput hadden opgevist. 'Lis-put-wege' werd dan afgekort tot 'Lissewege'. Het Mariabeeld werd als aandenken aan die gebeurtenis in de kapel van Ter Doest gezet.…
Een visser werd geplaagd door de waterduivel. Telkens wanneer de man iets had gevangen, gooide de waterduivel de vis terug in het water. Op zijn weg naar huis durfde de visser niet achterom te kijken omdat hij hoorde dat hij door de waterduivel met…
Enkele vissers beweerden dat ze een zeemeermin hadden gezien, die hen probeerde mee te lokken. Een zeemeermin was een mooie vrouw met een vissenstaart.
Een visser die op een zaterdagmiddag naar huis kwam, werd aangevallen door een kat. De pastoor voorspelde dat de man de kat niet meer zou zien. Zo gebeurde het ook.
De stuurman van een schip dat onderweg was naar Ijsland om kabeljauw te vangen, zag in de buurt van de kleine Britse eilandjes een vissenstaart boven het water. De man klapte in zijn handen, waarna er een vrouw met lange haren boven water kwam. De…
Vroeger woonde in Oostende een man die kapitein was van de Osschaert, een roofschip. Op een dag werd de Osschaert aangevallen door een vloot van zeven Turkse schepen. De kapitein zegde snel een gebedje voor zijn eigen welzijn en sprong in zee…
In Nieuwpoort woonde een zekere Jeanne Panne die zichzelf in een vogel of een waternekker kon veranderen. Wanneer de vissers 's nachts aan boord moesten gaan, raakten ze verdwaald door toedoen van de heks.
Enkele visserskinderen maakten in de catecheseles muizen uit klei. Nadat ze op de muizen hadden geblazen, liepen de dieren weg. "Wat doe je daar? Doe dat nog eens!", zei de pastoor. Bij de vierde poging konden de kinderen geen muizen meer maken.
Op een avond zat op het strand van Nieuwpoort een visser te treuren. De visser was bedroefd omdat men in het dorp geen geld had om een kerk te laten bouwen. Opeens kwam er een man uit de golven, die helemaal in het zwart was gekleed. De heer zei…
Wanneer de vissers oververmoeid waren, geloofden ze dat ze door de maar werden bereden. In werkelijkheid was het gewoon een kwade droom. Wanneer men zijn klompen omgekeerd naast het bed zetten, was men beschermd tegen de maar. De pastoor beweerde dat…