Hoofdtekst
Een molenaarsknecht zou eens bloem gaan uitvoeren, en moest, daar het eenige dagen aanhoudend geregend had, langs vele modderige wegen rijden, zoodat de oude ezel, die de even oude kar voorttrok, er op 't laatste onder bezweek, en dood neerviel. De knecht krabde zich achter de ooren, en dacht na, hoe hij zich bij zijnen baas zou verontschuldigen, toen er op eens eene raaf op het lijk ging zitten. Daar viel onzen man in, de raaf te vangen, en er mee naar het Zuiden te trekken, waar geene raven zijn, en er daar geld mee te winnen. Zoo gezegd, zoo gedaan! Nadat hij de raaf gevangen had, trok hij er mede vandoor.
Nu hij al eenige dagen gereisd had, kwam hij in het warme Zuiden aan, en klopte aan eene hoeve, waar hij vroeg, om te overnachten. Dit werd hem toegestaan, en men wees hem eene plaats op den zolder. De boer was uitgegaan, en zijne vrouw bleef alleen tehuis. Doch zie, daar drong een lichtstraal door den planken vloer des zolders, en onze knecht, die van z'n eigen nog al nieuwsgierig was wou weten, wat dat licht beduidde. Hij bemerkte eene opening, waardoor hij, op zijn gemak, de heele huiskamer kon beschouwen. De vrouw hield zich onledig met lekkere worsten, hesp en andere dingen te bakken. Eenige minuten daarna trad de pastoor binnen, en zette zich met de vrouw aan tafel. Als ze nu alle soorten van lekkernijen geëten hadden, kwam de boer op het erf. De pachteres herkende hem aan zijnen stap, en stak alles spoedig in de kas, terwijl de pastoor langs de achterdeur de gaten uit trok. De man trad binnen.
Doch Sus, de molenaarsknecht, liet op den zolder juist zijnen holleblok vallen, zoodat de boer riep: "Hola vrouw, wie is daar boven?"
"Wel," was 't antwoord, "een reiziger, dien ik geherbergd heb."
"Kom er af jongen," riep de boer, en eenige oogenblikken daarna stond Sus, met zijne raaf in de hand, in de huiskamer.
"Een schoon beest, man," begon de huisheer, "waarvoor dient het toch"
Onze Sus antwoordde: "Dat beest zegt de waarheid!"
"Zoo! Laat hooren, ik geef een patakon voor elke waarheid."
"Goed," zei Sus, terwijl hij de raaf in het been neep, zoodat ze riep: "kwaak! kwaak! kwaak!"
"Verduiveld, wat beteekend dat," riep de pachter.
"Wel, dat beteekent dat hier vleesch in de kas zit," zei Sus.
"Om den drommel, ja!", riep de boer, toen hij de kast had geopend. "Wat is dat, Trien?"
Het wijf werdt verlegen, zoodat haar man tot Sus zei: "Hoe komt dit vleesch hier?"
"Krrwa! Krrwa!" riep de raaf.
"Feest gehouden met den pastoor!" zei Sus plechtig.
En de boer pakte zijne wederhelft aan, en sloeg haar bont en blauw, en wierp haar op 't laatst in den kelder; waarna Sus en de woedende man te zamen alles opaten, wat voorhanden was.
"Wilt ge me dat beest verkoopen?"
"Neen!" zegde Sus, "maar ik wil het wel verwisselen tegen uwe kat, die daar loopt!"
"Aangenomen!"
En den volgenden morgen kon men den molenaarsknecht zien opstappen met de kat onder den arm, recht naar het land, waar geene katten zijn. 't Was rond den middag, toen hij in het eerste dorp van dit land aankwam; ook trad hij dadelijk in eene herberg, om te eten.
"Hebt ge een hamertje bij u?" was het eerste, dat men hem vroeg
"Waarvoor moet dat dienen?"
"Om de muizen dood te slaan!"
Inderdaad onze Sus zag de muizen bij honderden over tafel, stoelen, banken, kassen en vloer loopen.
"Ik zal er een einde aan stellen," zei hij, en hij liet de kat los, en twee minuten daarna was er geene muis meer te bemerken.
De inwoners stonden verbluft.
"Wat is dat voor een dier?" was 't eerste, dat zij vroegen.
"Een muizenschrik!" zei Sus.
"Zoo? Wilt ge ons dat dier verkoopen?"
"Neen, maar geef er die zeis voor, en ge hebt ze, maar er moet eene goedgevulde beurs bij zijn, wel te verstaan."
En 's anderdaags trok hij naar een land, waar nog geene zeisen uitgevonden waren. Het eerste, dat hij aldaar zag, deed hem in eenen schaterlach uitbarsten. Men was namelijk bezig, de korenaren met boog en pijl af te schieten. Sus trok er op los, en vroeg een stuk brood van hunnen voorraad,
"Gaerne," antwoordden zij, "maar help ons dan ook wat."
"Zeker," zei Sus, en hij begon te maaien.
En zie! op een, twee, drie was de halve akker gemaaid.
"Wel, wel," riepen de burgers, "wat is dat voor een ding!"
"Een godenmes!" was het antwoord, "maar ik wil het u wel geven, wanneer ge mij uwen haan geeft met eene goede beurs goud."
De koop werd gesloten, en tegen den avond trok Sus er weer uit, ditmaal naar het land, waar geene hanen zijn. In den namiddag kwam hij daar aangestapt en trad in een logement, om er te vernachten. Toen hij 's morgends ontwaakte, hoorde hij een gedruisch van stemmen, vermengd met een gerinkel van ijzerwerk. Nieuwsgierig spoedde hij zich naar beneden, en zag op het voorplein een twintigtal mannen staan, met manden op den rug en schuppen in de hand.
"Gaat ge op reis jongens?" vroeg hij.
"Wel, we gaan den dag in 't verre Oosten halen!"
"Blijft allen hier," zei Sus; "ik heb een beest, dat den dag roept."
En hij haalde den haan te voorschijn en deze begon zoo luid mogelijk te kraaien, want juist brak de dag al aan.
"Wel, wat geluk zou het zijn, als wij dat beest mochten houden," riepen de mannen; "och verkoop het ons!"
"Geef er mij uwen ezel en eene beurs geld voor, en ge hebt hem," zei Sus tot den burgemeester.
Dit voorstel vond bijval, en de knecht trok den volgenden morgend, met zijne drij welgevulde beurzen op langoor gezeten, naar het land zonder ezels. Na eenige dagen reizens kwam hij in een dorp aan; waar hij tusschen eenen hoop razende en tierende boeren viel. Het gold hier den verkoop van een buitengoed met vele akkers.
Sus dacht in zich zelven: "Ei! ei! dat is voor mij een buitenkansken!" en hij riep zoo luide hij kon: "Ik moet het hebben, want mijn duivel zegt het!"
En juist begon de ezel zijn "i-han-i-han" te zingen, zoodat al de boeren, de notaris en de heele boel op de vlucht schoten, en Sus bezit nam van den eigendom, en er voortaan bleef op wonen.
Onderwerp
AT 1358C - Trickster Discovers Adultery: Food Goes to Husband Instead of Paramour   
ATU 1358C - Trickster Discovers Adultery: Food Goes to Husband Instead of Lover   
AT 1651 - Whittington's Cat   
ATU 1651 - Whittington’s Cat.   
AT 1202 - The Grain Harvesting   
ATU 1202 - The Dangerous Sickle   
Beschrijving
Bron
Motief
K1571 - Trickster discovers adultery: food goes to husband instead of paramour.   
Commentaar
Naam Overig in Tekst
Sus   
Trien   
Oosten