Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

BOERDE10 - VAN LACARISE DEN KATIJF DIE EEN ANDER SACH BRUDEN SIJN WIJF

Een mop (), 14e eeuw

Hoofdtekst

VAN LACARISE DEN KATIJF DIE EEN ANDER SACH BRUDEN SIJN WIJF
Een auontuere in corten wort
salics v tellen, warics ghehort,
ende ghijs mi woudt weten danc.
Hets .x. jaer ofte alsoe lanc
5 dat te Lokere op de Scelt
woende een wijf ende hiet Machtelt;
haer man hiet Lacarijs,
hi was aelwerech ende onwijs.
Die vrouwe minde heimeliic enen pape,
10 dien si eens met enen knape
ontboet, dat hise quame spreken,
want si was sere ontsteken
ende met siere minnen beuaen.
Den knape dadense vte gaen.
15 Die pape ghinc bider vrouwen sitten,
die wel sere began te verhitten;
si sach op hem ende hi op hare,
soe langhe datse werden gheware
comende ter seluer vren
20 Lacarise van sinen ghebueren.
Sine riepen niet, des haddi nijt,
nochtan waert op detentijt.
Lacarijs was sot ende onghier.
Ver Machtelt, seiti, wat sitti hier?
25 Wael op ende wilt ghereiden deten!
Waer omme wildi mijns vergheten?
Doen sprac die vrouwe met erren sinnen:
Lacarijs, lieue minne,
welc duuel brachte v hier?
30 en hoe leelec sijn v de lier!
Ghij sijt valu ende bleec;
mi dunct dat hi v gheleec
de man die men gisteren leide in baren.
Met rechte magic mi vervaren!
35 mijn man es doot, al en weetijs niet!
Siet pape, hoe die katijf siet
ende hoe onghedaen hi sit!
Die pape seide: bi mire wit,
en holpe niet al dademen lauen;
40 morghen salicken gherne grauen.
Lacarijs sprac: dits wonder groot!
ic hore ende ghi maect mi doot,
ende ic sie met minen oeghen.
Ver Machtelt sprac: wildijt ghedoghen,
45 ghi sijt doot, dat wetic wel.
Ay lieue vrouwe, sone doet niet el
dan ghi mi dect metten baer cleede,
oftic vander erden schede
ende doet die liede comen te like,
50 beide aerme ende rike.
Nochtan eest scande dat men mi sal
grauen ende ic soe lettel qual.
Ver Machtelt sprac: daer leit niet an.
Mettien si reiken began
55 een baer cleet ende gincken decken
ende Lacarijs ginc hem strecken
Onder dbaercleet op den vloer.
Doen loech dat hare thouet swoer
die vrouwe entie pape mede,
60 om dat hi strecte sine lede.
Die dach was scoene ende oppenbaer
entie sonne sceen al claer
op dbaer cleet ter seluer vren
ende Lacarijs sacher duere.
65 Ver Machtelt hadde die been
op gheleit ende al in een
lach die pape ende sloech
daer op ende Machtelt loech.
Lacarijs sprac: bi mire wet,
70 pape, ghy gonct int bordeel bet.
Es v die duuel in v lijf
ende hoe ghebaerdi op mijn wijf?
Ghi doet onwet ende onsede.
Leefdic als ic gisteren dede,
75 ghi soudt ontgelden dit rabat.
Die pape sprac na dat
totten ouden sot mettien:
Lacarijs, ghine sout niet sien,
luct v oghen al in een
80 ende lict stille als een molensteen;
si pleghens die liggen in baren.
Ghi mocht ons lieden vervaren.
Doen hem die pape dus sprac toe,
Lacarijs sprac: pape, ic doe.
85 Des hadde die pape goeden ghile
dat die kertijf op die wile
waende hebben gheweest doot,
als men sijn wijf dreef in den scoet.
Die man was dul ende ongheleert;
90 nv eest tfolc anders bekeert;
men vint nv luttel lieden soe dul.
Wiue sijn alder quaetheit vul,
maer ic en segghe niet van hoofschen vrouwen,
dier men al doget mach betrouwen,
95 want goede vrouwen sijn al eren waert;
wie anders seit die es een musaert.
Een quaet wijf moet pleghen haer nature,
al waerse besloten in enen muere.
Maer ic en weet hoe Lacarijs voer
100 die daer bleef liggende op den vloer;
ofte hi iet was laten gaen
ofte en was, hebbic niet verstaen.
Dits die vite van Lacarijse;
God bringhe ons ten eweghen paradise.

amen c. iiij verse

(De Middelnederlandse boerden. Voor het eerst verzameld uitgegeven door C. Kruyskamp. 's Gravenhage 1957, p.58-61)

Beschrijving

Een man betrapt zijn vrouw met een priester, maar zij maken hem wijs dat hij dood is. Hij gelooft dit en gaat op de grond liggen onder een lijkkleed. Zijn vrouw en de priester bedrijven de liefde voor zijn ogen, maar hij doet niets want hij gelooft echt dat hij dood is.

Bron

De Middelnederlandse boerden. Ed. C. Kruyskamp. 's Gravenhage 1957, p.58-61

Motief

J2311.0.1 - Wife makes her husband believe that he is dead.    J2311.0.1 - Wife makes her husband believe that he is dead.   

Commentaar

14e eeuw
Zie ook: F. Lodder, `Een genre der boerden', in: Queeste 2 (1995) p. 54-71.
F. Lodder, `De moraal van de boerden', in: Nieuwe Taalgids 75 (1982) p. 39-49.
F.J. Lodder, Lachen om List en Lust. Studies over de Middelnederlandse komische versvertellingen. Ridderkerk 1996.
Over de stedelijke context van de boerden: D. Hogenelst, `Sproken in de stad: horen, zien en zwijgen'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt: stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de middeleeuwen. Amsterdam 1991. p. 166-183.
Over censuur in de tekst: F. Lodder, `Zwart gemaakte geestelijken in het handschrift-Van Hulthem', in:Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 109 (1993) p. 236-244.
Zie voor een moderne vertaling: L. Jongen, Van papen en hoeren, van ridders en boeren: tien middeleeuwse moppen. Hilversum 1995. p. 55-57.

Naam Overig in Tekst

Lacarise    Lacarise   

Lacarijs [Lazarus]    Lacarijs [Lazarus]   

Lokere op de Scelt    Lokere op de Scelt   

Machtelt    Machtelt   

Lokeren    Lokeren   

Naam Locatie in Tekst

Schelde]    Schelde]   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21