Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

Meyles08 - Vrouw Holle

Een sprookje (almanak), 1991

Leonardo_Diffusion_XL_golden_coins_rain_over_a_girl_walking_in_0.jpg

Hoofdtekst

Vrouw Holle

Lieve kinderen,

Kennen jullie het sprookje van Vrouw Holle? Ja, hoor ik iedereen al roepen. Maar weet je zeker dat je het helemaal kent? De meeste ouders vertellen het slot er namelijk niet bij. Of ze laten de laatste bladzijde weg als ze het verhaal voorlezen voor het slapengaan. Waarom ze dat doen? Ik zou het absoluut niet weten.
Misschien is het vandaag dan ook wel de eerste keer dat je het hele verhaal te horen krijgt. Luister dus maar goed.
Er was eens een moeder die twee dochters had. Laten we ze voor het gemak maar even Stoffeltje en Adelheid noemen. Stoffeltje was het sloofje in huis. Altijd was ze bezig met die werkjes waar jullie allemaal zo'n hekel aan hebben: afwassen, aardappels schillen, ramen lappen en noem maar op.
Maar omdat het in haar aard lag om anderen belangrijker te vinden dan zichzelf, mopperde of klaagde ze nooit. Denk nu niet dat haar moeder ooit lief tegen haar deed. Nee, ze maakte elke dag ondankbaar misbruik van Stoffeltje en had altijd al weer een nieuw karweitje bedacht als het vorige nog niet eens klaar was.
Adelheid was een heel ander meisje. Je zou haar best een verwend kreng mogen noemen. Als ze 's morgens om elf uur haar bed uitkwam, ging ze zich eerst uitvoerig optutten voor de spiegel. Dan at ze iets lekkers en ging vervolgens in de zon liggen luieren of, als die er niet was, naar de stad om te kijken of de nieuwe mode al gearriveerd was.
Misschien denken jullie dat mannen voor een meisje als Adelheid weinig belangstelling hadden. Maar dan heb je het toch mis. Twee aanbidders had ze al afgewezen: een knappe onderwijzer van vijfentwintig omdat hij vrijwel niets bezat, en een sales manager van vijftig omdat hij zo lelijk was. Van de laatste weet ik niet precies wat voor werk hij deed, maar hij moest in elk geval vaak naar het buitenland en had geld als water.
Op een dag ontdekte Stoffeltje dat er niets meer te doen viel in huis. Haar moeder en Adelheid waren etalages aan het kijken, dus moest zij zelf iets bedenken om de tijd te vullen. Ze pakte een breiwerkje uit de kast en ging achter het huis op de rand van de waterput zitten om de sjaal af te maken waar ze ooit eens aan begonnen was. Maar ach, wat was dat nu vervelend! Een van de breinaalden glipte uit haar vingers en verdween in de put. Hoe moest ze die weer te pakken krijgen? Als haar moeder dat te weten kwam, zou ze vast en zeker heel boos zijn. Stoffeltje bukte zich zo ver mogelijk voorover om de bodem van de donkere put te kunnen zien, en toen dat niet lukte nog een stukje verder.
Maar daardoor verloor ze haar evenwicht en tuimelde naar beneden.
Met een plons kwam ze in het water terecht. Tot haar verbazing ontdekte Stoffeltje dat ze niet in de put, maar in een vijvertje lag, aan de rand van een grote tuin. Nieuwsgierig ging ze op onderzoek uit.
Nauwelijks was ze op weg of ze hoorde angstig hulpgeroep.
"Pluk ons, pluk ons, anders vallen we op de grond."
Ze keek om zich heen om erachter te komen waar het geluid vandaan kwam en zag een appelboom staan waarvan de vruchten zo rijp waren dat ze nodig geoogst moesten worden. Stoffeltje aarzelde geen moment. Ze plukte en plukte tot er geen appeltje meer aan de boom hing. Voorzichtig legde ze het fruit in een paar mandjes die ze een eindje verderop had zien staan en vervolgde haar weg.
De tuin bleek bij een villa te horen, die er verlaten uitzag. Maar dat kon alleen maar schijn zijn, want de achterdeur stond open en uit de keuken klonken benauwde stemmetjes: "Help ons, haal ons eruit, anders verbranden we."
Stoffeltje, altijd bereid om te helpen, stapte naar binnen en zag dat er broodjes in de oven lagen te bakken. Snel draaide ze het gas uit, deed de ovendeur open en schoof de bakplaat naar voren.
Precies de interieurverzorgster die ik zoek", klonk een stem achter haar. "Handig, zelfstandig en blijmoedig. Kom daar maar eens om, vandaag de dag. Het eerste wat ze vragen is loonsverhoging. Welkom, meisje. Mijn naam is Vrouw Holle en ik zou graag willen dat jij mijn huishouding verzorgde."
Stoffeltje stelde zich beleefd voor en zei dat ze graag wilde blijven. Het was heerlijk om eens te voelen dat haar werk gewaardeerd werd. Wat haar betrof kon ze meteen aan de slag.
Het meisje werkte met veel plezier in haar nieuwe omgeving, maar na een paar weken begon haar geweten te knagen. Kon ze haar moeder en haar zuster zomaar in de steek laten? Hoe zou het huis er uitzien? En wie maakte het eten elke dag klaar?
Haar schuldgevoel werd zo sterk dat ze ten slotte om haar ontslag moest vragen.
Het speet Vrouw Holle natuurlijk heel erg dat ze haar trouwe hulp kwijtraakte, maar ze kon het meisje moeilijk tegenhouden.
Ze liep met Stoffeltje mee de tuin in om haar de weg terug te wijzen.
"Zie je daar die Gouden Regen?" zei ze. "Als je daar onderdoor loopt, kom je bij de poort terecht en dan vind je het verder vanzelf."
Stoffeltje deed precies wat haar gezegd was. Bij de boom aangekomen hoorde ze opeens iets tinkelen in de lucht. Ze keek omhoog en zag een regen van goudstukken op zich neerdalen.
Verwonderd raapte ze de munten op. Ze wilde ze terugbrengen, maar Vrouw Holle riep haar uit de verte toe: "Voor jou, allemaal voor jou. Neem maar mee wat je dragen kunt. Je hebt er hard genoeg voor gewerkt."
Beladen met goud kwam Stoffeltje bij de poort aan, die ze met haar elleboog opende. Gemakkelijk vond ze de weg terug naar huis. Ze was benieuwd wat haar moeder zou zeggen.
Natuurlijk was haar moeder dolblij dat Stoffeltje weer thuis was. Al het werk was in de tussentijd blijven liggen en het goud kwam haar uitstekend van pas. Adelheid was natuurlijk stinkend jaloers. Ze nam zich voor de volgende dag zelf in de put te springen.
De volgende ochtend was ze nog eerder op dan Stoffeltje. Ze was in zo'n goede stemming dat ze haar bed opmaakte in plaats van zichzelf. Ze at haar zusters volkorenbrood op om wat meer energie te hebben, en dronk geen jus d'orange maar melk.
Na het ontbijt liep ze meteen naar buiten. Ze ging op de rand van de put staan en sprong naar beneden, zonder eerst te kijken hoe diep het was.
Ook Adelheid kwam in de vijver terecht en hoorde even later het hulpgeroep van de appels.
"Geen tijd", riep ze, omdat ze geen zin had.
De achterdeur van de villa stond op een kier. De geur van versgebakken brood was al op afstand te ruiken.
Laat ik de voordeur maar nemen, dacht ze. Ik voel er weinig voor mijn handen te branden aan dat stomme brood.
Ze liep in een wijde boog om het huis heen en drukte op de bel van de voordeur. Het duurde even voor er opengedaan werd.
"Dag," zei vrouw Holle, "wat kan ik voor je doen?"
"Misschien kan ik iets voor u doen", zei het meisje. "Ik ben Adelheid en ik zoek een baan in de huishouding."
"Dat komt schitterend uit", antwoordde Vrouw Holle. "Mijn vorige hulp is helaas vertrokken en er is veel te doen. Kun je beginnen met stofzuigen?"
"Goed", zei Adelheid. "Wilt u even voordoen hoe dat moet?"
's Middags om drie uur zei Adelheid dat ze helaas verschrikkelijk last van heimwee begon te krijgen. Ze vertelde dat ze niet gewend was om zo lang van huis te zijn en vroeg Vrouw Holle of ze het heel erg vond als ze weer wegging.
"Je moet doen wat je hart je ingeeft", sprak deze. "Ik zal je wijzen hoe je lopen moet. Zie je die Zwarte Els? Als je daar onderdoor gaat, kom je vanzelf bij de poort en dan vind je het verder wel."
Adelheid ging er op een holletje vandoor. Onder de boom bleef ze staan. Nu zou het gebeuren! Maar in plaats van goud stortte er een lading zwarte, stinkende modder over haar heen. Ze schreeuwde het uit van walging en van woede, vluchtte naar de poort en trok hem open. Aan een stuk door rende ze het laatste stuk naar huis, waar ze met horten en stoten vertelde wat voor verschrikkelijks haar overkomen was.
Het duurde uren voor Adelheid alle modder van haar lichaam afgeschrobd had en weken voordat de stank verdwenen was.
De schok had haar een acute aanval van odorexia nervosa bezorgd: hele dagen zat ze in haar kamer, spuitend met deodorant en deppend met parfum. Pas een maand later durfde ze zich weer in het openbaar te vertonen, en zelfs toen nog keek ze schichtig in het rond om te zien of niemand zijn neus ophaalde. Wat had ze een spijt van alles wat gebeurd was!
En het ergste was nog dat het allemaal haar eigen domme schuld was geweest. Nee, zoiets zou haar niet nog eens overkomen.
Ze had haar lesje wel geleerd.
"Ze had haar lesje wel geleerd." Ja, dat is de zin waarmee ouders dit sprookje altijd afsluiten. Maar... welke les was dat dan? Zijn jullie niet ontzettend nieuwsgierig geworden, nu je weet dat er nog een stukje achteraan komt? Hoe ging het verder met de twee meisjes? Leefden zij nog lang en gelukkig?
Luister maar.
Stoffeltje begreep uit haar beloning dat ze in haar leven op de goede weg was. Ze probeerde te bedenken waar ze het meest voor anderen zou kunnen betekenen. Uiteindelijk besloot ze verpleegster te worden. Veertig jaar lang verschoonde ze bedden, droeg steken af en aan, schrobde vloeren, bediende kribbige patienten en ruimde al hun viezigheid op. En dit alles deed ze zonder mopperen of klagen.
Het enige wat haar een beetje tegenviel, was dat ze nooit meer goud zag. Al die jaren die ze verplegend en verzorgend doorbracht, verdiende ze minder dan in de paar weken bij Vrouw Holle.
Af en toe duwde ze nog wel eens een zieke in een wagentje door de tuin van het ziekenhuis en koos dan altijd de route die onder de gouden regen door liep. Maar nooit gebeurde er meer iets zoals toen en langzaam leerde Stoffeltje af in sprookjes te geloven.
Wat Adelheid geleerd had, was dat je zoveel mogelijk uit de buurt moet blijven van plaatsen waar gewerkt wordt. Voor je het wist, zat je tot je nek in de modder. Ze schreef een briefje aan de lelijke sales manager, waarin ze uitlegde dat ze hem alleen maar afgewezen had omdat hij zo vaak naar het buitenland moest. Zodra zijzelf de grens over was, kreeg ze altijd van die vreselijke aanvallen van heimwee. Maar als hij beloofde dat ze hem niet hoefde te vergezellen, viel er best over een huwelijk te praten.
De volgende dag stond hij op de stoep met een flonkerende trouwring. Hij bleek nog rijker te zijn dan ze gehoopt had en hij had personeel voor alle karweitjes die je maar kunt bedenken.
De bruiloft werd een groots festijn. Het mocht alleen niet te laat worden, want de bruidegom moest de volgende ochtend al weer vroeg in het vliegtuig zitten.
Adelheid vond het allemaal prima. Driekwart van het jaar zou hij in het buitenland zijn. Een schitterend vooruitzicht.
Ze zou minnaars kunnen nemen zoveel ze maar wilde. Rijk hoefden ze niet te zijn; knap alleen was nu voldoende.
Als de sales manager eens een keertje thuis was, was hij altijd doodmoe. Maar in plaats van uit te rusten in zulke weken, sloofde hij zich dan juist vreselijk uit en gedroeg hij zich als een jonge vent van twintig. Tijdens een dolle discodans zakte hij in elkaar en overleed ter plaatse.
Adelheid kon er geen traan om laten. Met plezier streek ze al zijn rijkdommen op. Ze had nu alles wat haar hartje begeerde.
De rest van haar leven zou ze kunnen doen waar ze zin in had.
En dat gebeurde ook. Reken maar! Ja, Adelheid leefde nog lang en heel gelukkig.

Onderwerp

AT 0480 - The Spinning Woman by the Spring. The Kind and Unkind Girls    AT 0480 - The Spinning Woman by the Spring. The Kind and Unkind Girls   

ATU 0480 - The Kind and the Unkind Girls    ATU 0480 - The Kind and the Unkind Girls   

Beschrijving

Een vrouw heeft twee dochters; Adelheid en Stoffeltje. Stoffeltje is het sloofje in huis en Adelheid is een verwend kreng. Op een dag laat Stoffeltje een breinaald vallen in de waterput. Als ze hem probeert te pakken, valt ze en komt ze in de wereld van Vrouw Holle terecht. Stoffeltje redt appels en broodjes en komt in dienst van Vrouw Holle. Na een paar weken wil ze echter weg, omdat ze zich schuldig voelt. Ze krijgt dan een heleboel goud. Adelheid wil dit ook, maar wil de appels en broodjes niet redden. Zij krijgt modder mee terug. Stoffeltje wordt verpleegster, en ziet nooit meer goud in haar leven. Adelheid trouwt met een sales manager die bijna nooit thuis is en vroeg overlijdt en wordt stinkend rijk.

Bron

W. Meyles: De Pitbull en de Zeven Geitjes. Groningen 1991, p. 49-56

Commentaar

1991
The Spinning-Women by the Spring. The Kind and the Unkind Girls

Naam Overig in Tekst

Vrouw Holle    Vrouw Holle   

Stoffeltje    Stoffeltje   

Adelheid    Adelheid   

Gouden Regen    Gouden Regen   

Zwarte Els    Zwarte Els   

Naam Locatie in Tekst

Holle    Holle   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:22