Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

Meyles07 - Tafeltje-dek-je

Een sprookje (almanak), 1991

Hoofdtekst

Tafeltje-dek-je

Er was eens een nog niet zo oude bouwvakker, die na jaren van onverantwoord noeste arbeid de rest van zijn leven in een invalidewagentje moest slijten. Gelukkig had hij drie zoons, die goed voor hem zorgden: de oudste reed hem elke week naar de bibliotheek, de tweede naar de fonotheek en de derde naar de videotheek. Maar natuurlijk kon dit niet eeuwig zo doorgaan, en op zekere dag riep hij ze dan ook alle drie bij zich.
"Jongens," sprak hij, "het wordt tijd dat jullie gaan studeren. In mijn tijd zeiden ze: 'Kies een vak!', maar zoals je ziet is mij dat slecht bekomen. Nee, met mijn ervaring zou ik zegen: wordt ambtenaar of trendvolger of zoiets, want wat kan mooier zijn dan te leven voor het vaderland?"
"Sterven voor het vaderland", zou grootvader gezegd hebben, maar die was er dus niet meer en de zoons wilden hun vader daar op dit moment niet aan herinneren. "Maar u dan, vader," veranderde de oudste van onderwerp, "wie moet er voor u zorgen?"
"Dat komt wel goed", sprak de WAO-er. "Ik heb altijd trouw mijn belasting betaald. Nu krijgt de staat eindelijk de kans iets terug te doen. Dus kies een opleiding, trek het land in en kom over vier jaar terug om te vertellen wat er van je geworden is."
De oudste zoon besloot welzijnswerker te worden. De studie viel hem niet zwaar: er zat veel psychologie in en weinig wiskunde. Het laatste halfjaar moest hij stage lopen in een bejaardenhuis, opdat hij begrijpen zou waarom er welzijnswerkers nodig waren.
De directeur van het tehuis was zeer te spreken over zijn inzet, en aan het eind van de zes maanden riep hij de jongen bij zich.
"Ik heb gezien dat je hart voor de zaak hebt," zei hij, "ook al heb je gekozen voor een zwaar en onderbetaald bestaan. Werk is er genoeg, maar voornamelijk voor vrijwilligers met behoud van uitkering. Dit tafeltje zal je daarom goed van pas komen." Hij wees op een wrak en verveloos meubeltje, dat zo te zien zonder hulp van gereedschap tot open-haardhout verwerkt kon worden. "Neem dit cadeautje van me aan. Zodra je in de problemen komt, hoef je alleen maar 'Tafeltje-dekje' te zeggen."
'Wat voor problemen bijvoorbeeld?" wilde de jongen weten, die de kwalificatie 'beginnend beroepsbeoefenaar' nog krijgen moest.
"Dat merk je gauw genoeg", antwoordde de directeur. "Sorry, maar ik moet nu mevrouw De Jong in bad stoppen. Het personeelstekort begint te nijpen."
Dezelfde dag nog haastte de oudste zich huiswaarts om zijn vader te vertellen hoe succesvol zijn studie verlopen was. Maar de tocht was lang en 's avonds om een uur of tien zag hij zich genoodzaakt een onderkomen voor de nacht te zoeken.
Het geschiktst leek hem Motel Van der Gier, omdat dit zo pal aan de weg gelegen was dat hij geen reistijd hoefde te verspillen.
Met zijn plunjezak in de ene hand en het tafeltje in de andere stapte hij naar binnen en vroeg om een bed en een maaltijd.
"Een kamer kun je krijgen, maar de keuken is dicht", zei de waard.
"Geen nood," sprak de jongen, denkend aan de woorden van de directeur, "ik denk dat ik daar wel iets op weet." In zijn kamer aangekomen, zette hij het tafeltje op de grond en sprak de spreuk uit die redding zou moeten brengen.
Vrijwel onmiddellijk stapte een kordate vrouw naar binnen, met een dampend pannetje in haar handen. "De maaltijd van Tafeltje Dek Je, die u besteld hebt", zei ze. "Vijf gulden alstublieft."
Toen de vrijwilligster vertrokken was, tilde de jongen het deksel op. Het was moeilijk te zien wat de pot schafte, maar hij was er het afgelopen halfjaar niet kieskeuriger op geworden en verorberde de inhoud met smaak. Intussen begluurde de waard, wiens nienwsgierigheid gewekt was door het tafeltje, zijn gast door het sleutelgat.
"Dat zou me goed van pas komen", mompelde hij. "Met wat garnering en smaakversterker lijkt het al gauw wat en het spaart me een dure kok uit."
Toen de jongen in een diepe slaap verzonken was, verwisselde hij het tafeltje voor een soortgelijk exemplaar uit zijn rommelschuur en sloop vergenoegd de slaapkamer uit.
De arbeidsongeschikte bouwvakker had een eenzame tijd achter de rug en was dan ook opgetogen toen hij zijn oudste zoon het pad op zag komen. Hij smulde van de verhalen die de jongen vertelde, maar keek hem ongelovig aan toen hij het relaas van de wondertafel opdiste.
"Een hele maaltijd aan huis bezorgd? Dat wil ik wel eens zien. Hier komen zelfs de bakker en de melkboer niet meer langs."
Helaas kon de jongen zijn woorden niet waarmaken. Wat hij ook probeerde; smeken, gebieden of dreigen, de vrijwilligersorganisatie liet verstek gaan. Hij vermoedde dat de waard er meer van wist, maar bewijzen kon hij natuurlijk niets.
De tweede zoon was dol op cijferwerk en koos voor de HEAO. Het was een moeilijke opleiding, maar de jongen was intelligent en had al gauw het verschil door tussen vrije tijd en studie-uren. Nog voor hij het vierde jaar voltooid had, werd hem al een baan aangeboden als financieel ambtenaar, want het Rijk greep alle middelen aan om te voorkomen dat door de staatskas bekostigd talent naar het bedrijfsleven wegvloeide.
"Het aanvangssalaris is niet hoog", gaf zijn aanstaande superieur toe. "Maar we willen je graag hebben en daarom doen we je een ezel cadeau."
De jongen keek hem vragend aan.
"Geen gewone ezel natuurlijk", voegde de ambtenaar eraan toe, voordat de ander het geschenk symbolisch zou kunnen opvatten. "Nee, dit dier helpt ons altijd als we in geldnood zitten." Hij liep op het muildier toe, riep: "Ezeltje strek je", en trok hem aan zijn staart. Tot zijn stomme verbazing zag de jongen een stroom goudstukken te voorschijn komen uit dat deel van het dier waar meestal de mest geproduceerd wordt.
Uiteraard was dit aanbod te verlokkelijk om te laten lopen.
Hij tekende een contract dat hem voor tien jaar aan het landsbelang verbond en besloot snel zijn vader op te zoeken om hem van zijn wederwaardigheden op de hoogte te stellen.
Hoezeer de jongen zijn ezel ook tot spoed maande, veel vaart kreeg hij er niet in. Toen de avond viel, had hij nauwelijks de helft van zijn reisweg afgelegd. Gelukkig hoefde hij niet op een tientje te kijken. Hij besloot zichzelf te tracteren op diner, logies en ontbijt, en kwam toevallig terecht in hetzelfde motel waar ook zijn broer overnacht had.
De waard, die gewend was snelle handelslui in dure wagens te herbergen, keek zijn gast argwanend aan en vroeg hem vooruit te betalen. De jongen trok een handschoen aan, pakte de ezel voorzichtig bij de staart, gaf een kort rukje en sprak de bijbehorende tekst. Drie goudstukken kletterden op de plavuizen. "Genoeg?" vroeg hij.
De waard beloofde voor dat bedrag ook de ezel te verzorgen.
Hij bracht het dier naar een rustig plekje, waar hij ongestoord zijn gang kon gaan en bracht de nacht rukkend en rapend door.
Eindelijk kon zijn levenswens, een keten van wegrestaurants door heel het land en verder, in vervulling gaan.
Het viel de jongen de volgende ochtend op dat de ezel er niet best uitzag. Hij had een matte blik in de ogen en van zijn gevulde flanken was weinig meer over. Maar omdat hij snel naar huis toe wilde, maakte hij zich er verder geen zorgen over en ging op weg. Wat zou zijn vader opkijken!
Hij werd even hartelijk ontvangen als zijn broer en vertelde trots over zijn studie, zijn baan bij de overheid en de wonderlijke manier waarop hij aan extra geld kon komen.
"Ach, geld stinkt niet", zei zijn vader. "Laat maar eens zien wat dat beest kan."
Wat minder onwennig dan de eerste keer trok de zoon aan de staart van de ezel. Het dier strekte zich en perste iets naar buiten wat geheel niet op een goudstuk leek. Met een vies gezicht raapte de jongen het op. Het bleek een bedrukt rolletje papier te zijn.
"Al weer dokken? Amme hoela!" stond erop. "Agrarisch Nederland wordt altijd weer door de overheid als melkkoe gebruikt. Hoge lasten, lage prijzen, dat kan zo niet langer. Het is tijd voor actie, harde actie!"
Het was duidelijk dat hier weinig meer te halen viel.
Teleurgesteld bracht de jongen het dier naar buiten en zette het vast aan een paaltje in het grasveld.
De derde zoon solliciteerde bij het politiekorps in een grote stad, omdat hij daar graag wijkagent wilde worden. Hij verwonderde zich erover dat de opleiding voor zo'n zware en verantwoordelijke taak maar twee jaar duurde. Voor vergelijkbare beroepen als onderwijzer en dompteur had je minstens vier jaar nodig. De problemen kwamen dan ook pas later.
Tijdens zijn eerste surveillanceweek kwam hij in aanraking met een bankovervaller, twee drugshandelaars en een gewapende winkeldievegge. Bezorgd meldde hij zich bij zijn commissaris. "Kunnen we niet met z'n tweeen patrouilleren?" was zijn verzoek.
"Geen haalbare kaart meer", antwoordde de commissaris. "We worden aan alle kanten gekort, terwijl de criminaliteit alleen maar stijgt. Maar ik heb wel wat anders voor je. Loop maar even mee."
De commissaris ging hem voor naar het magazijn, waar een grote hoeveelheid goed gevulde jute zakken bleek te staan.
"Zoek er maar eentje uit", zei hij.
Het kwam de jongen voor dat alle zakken eender waren, dus wees hij voor het gemak op de voorste. De commissaris keek op het label.
"Knuppel, uit de zak!" commandeerde hij.
De inhoud van de zak begon te bewegen. Eerst kwam er een hoofd uit, vervolgens een uniform en ten slotte een paar benen die strak in de houding gingen staan.
"Korporaal Knuppel", legde de commissaris uit. "Heeft geen emplooi meer door de inkrimping van het leger en probeert nu elders passende arbeid te vinden. Staat te trappelen om weer aan de slag te kunnen, dus doe er je voordeel mee."
Toen de vier jaren verstreken waren, keerde ook de derde zoon naar huis terug. En evenals zijn broers overnachtte hij bij de weinig betrouwbare waard.
Deze wilde wel eens weten wat de jongeman op zijn rug torste en besloot 's nachts de zak stiekem te openen.
Zijn nieuwsgierigheid kwam hem duur te staan. Knuppel wachtte het commando van zijn meester niet af en begon stevige meppen uit te delen. Door het lawaai werd de jongen al snel wakker. De waard kermde om genade.
"Heb je nog meer op je kerfstok?" was de routinevraag van de jonge agent, die al geleerd had dat op deze manier het percentage opgeloste misdrijven snel kan stijgen. De waard biechtte alles op van het tafeltje en de ezel.
Met behulp van het gastenboek kwam de jongen er achter dat zijn broers de gedupeerden waren. De goudstukken waren voorlopig niet te achterhalen, maar het tafeltje kon hij zo meenemen. Met enige moeite kreeg hij Knuppel weer in de zak, waarna hij zijn weg naar huis vervolgde.
Verrukt luisterden de vader en de twee broers naar het verhaal van de jongste zoon. Met ontzag keken ze naar de zak waarin de militair verborgen zat en gniffelend hoorden ze aan hoe de waard zijn trekken thuis had gekregen.
Wat hadden ze elkaar veel te vertellen! De broers besloten een maand thuis te blijven om alle ervaringen uit te kunnen wisselen. Maar de tijd vloog voorbij en voor ze het wisten was het moment aangebroken om afscheid te nemen.
Hun vader konden ze met een gerust hart achterlaten. Tafeltje dek je schotelde hem elke dag een warme maaltijd voor. De ezel zorgde ervoor dat het gras gemaaid en bemest werd. En Knuppel? De korporaal kon mooi het wagentje duwen. Want het leger is veel breder inzetbaar dan sommigen wel eens denken.

Onderwerp

AT 0563 - The Table, the Ass, and the Stick    AT 0563 - The Table, the Ass, and the Stick   

ATU 0563 - The Table, the Donkey and the Stick.    ATU 0563 - The Table, the Donkey and the Stick.   

Beschrijving

Een bouwvakker met een WAO adviseert zijn zoons een opleiding te volgen. De drie zoons beloven na vier jaar naar hun vader terug te keren. De oudste zoon wordt welzijnswerker en krijgt een tafeltje wat hem de heerlijkste maaltijd zal geven als hij 'Tafeltje Dek Je' roept. Deze tafel wordt echter in Motel de Gier verwisseld voor een ander, en dus gestolen, door de waard. De zoon verblijft hier als hij op weg naar zijn vader is. De waard van dit motel plundert ook de inhoud van de ezel van de tweede zoon, die HEAO gestudeerd heeft. De ezel geeft goudstukken als er aan zijn staart getrokken wordt en als daarbij 'Ezeltje strek je' wordt gezegd. De derde zoon wordtwijkagent en krijgt Knuppel, een politieagent in een jutezak. Met de hulp van Knuppel wordt de waard een lesje geleerd en de broers en de vader hebben een mooi weerzien. Het tafeltje, de ezel en Korporaal Knuppel zorgen goed voor de bouwvakker.

Bron

W. Meyles: De Pitbull en de Zeven Geitjes. Groningen 1991, p. 41-48

Commentaar

1991
The Table, the Ass, and the Stick

Naam Overig in Tekst

WAO-er    WAO-er   

WAO    WAO   

mevrouw de Jong    mevrouw de Jong   

Motel van der Gier    Motel van der Gier   

Tafeltje Dek Je    Tafeltje Dek Je   

HEAO    HEAO   

het Rijk    het Rijk   

ezeltje strek jeKnuppel    ezeltje strek jeKnuppel   

Korporaal Knuppel    Korporaal Knuppel   

Naam Locatie in Tekst

Nederland    Nederland   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:22