INZ00239 - Koning Frits

Koning Frits
Toen koning Frits in burgerdracht
eens met zijn "groten" ging op jacht
Was hij een eind vooruit gegaan
en trof een snuggere landman aan
Mijnheer, sprak deze, wees zo goed
en zeg mij wie van deze stoet de koning is
Ik zou hem graag eens zien.
Dat kan geschieden jongeman ik ga erheen
dan merk gewis al spoedig wie de koning is.
Ze kwamen bij de jagerstoet, behalve Frits
nam elk de hoed nu af', terwijl de boer het vergat
daar hij zoveel te kijken had.
Als Frits zich tot de boer nu wendt en vraagt of
hij de vorst al kent, is het antwoord
van de snuggere Hein:
Een van ons beiden moet het zijn!

Koning Frits is in burgerdracht aan het jagen met een gezelschap. Hij komt een jonge boer tegen die wil weten, wie nou de koning is. De koning neemt hem mee naar het gezelschap. Iedereen neemt zijn hoed af, behalve de koning en de boer, die zijn ogen uitkijkt. Op de vraag van Frits "Weet je nu wie het is?" antwoordt de boer: "Het is jij of ik."

Ingezonden in de Nederlandse Volksverhalenbank van het Meertens Instituut

2010-06-20 22:06:10

Dit gedichtje sluit aan bij de Duitse anekdotentraditie over Der Alte Fritz (Frederik II van Pruisen)

Frits    Frits   

2013-03-01 14:46:21