Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

DYKFRIES2008 - De tooverflesch

Een sprookje (boek), 1896

Hoofdtekst

De tooverflesch.
Er was eens een arme boer, die met zijne vrouw en een getalletje nog jonge kinderen, eene kleine hoeve bewoonde, waarop man en vrouw beide steeds vlijtig werkten. Maar het liep dien menschen niet meê in de wereld, integendeel zij werden jaar op jaar armer. Eindelijk hadden zij nog slechts ééne koe en om de landhuur te kunnen betalen zouden ze dit beest moeten verkoopen. Dit was zeker een moeielijke zaak, maar 't moest toch geschieden, wilden ze niet van de hoeve verdreven worden. De boer begaf zich dan op een marktdag met de koe op reis naar de stad, onderweg mismoedig peinzende over zijn treurig lot. Op een eenzaam gedeelte van den weg kwam hem een dwergachtig mannetje op zijde, met een zonderling uiterlijk, dat op den boer geen gunstigen indruk maakte. Het mannetje vroeg hem of hij de koe wilde verkoopen en op het bevestigend antwoord van den boer hernam het: «Verkoop haar dan maar aan mij.» - Nu ja, dit zou kunnen, wanneer men 't slechts eens konde worden over den prijs. Nu haalde de dwerg een ledige flesch van onder zijne kleeding te voorschijn en zeide: «Deze flesch geef ik je voor de koe.» - Natuurlijk vond de boer dit aanbod te bespottelijk om er zelfs maar aan te denken. Doch het mannetje zeide: «Gij zult verstandig doen als ge den koop toeslaat. Deze flesch zal je gelukkig maken als ge haar gebruikt zooals ik je zal zeggen. En blijft ge weigeren, dan geef ik je de verzekering dat je nog armer zult worden dan ge nu reeds zijt. »
De dwerg zag er wel naar uit om iemand te zijn die meer kon dan een gewoon mensch, en de boer liet zich overhalen om het aanbod aan te nemen, waarop de kleine hem zeide hoe de flesch gebruikt moest worden. Toen bij zijne tehuiskomst de vrouw vernam hoe haar man zich had laten beetnemen, naar zij meende, begon zij hevig uit te varen. Maar de boer zeî: «Bedaar even vrouw! Maak maar spoedig de tafel ruim en schoon en leg er een wit kleed op, dan zult ge zien wat er gebeurt.» De vrouw voldeed hieraan. Nu plaatste de boer zijne flesch op den grond en sprak: «Flessche, flessche, doe je werk!» - Hierop kwamen een tweetal heel, heel kleine mannetjes de flesch uitkruipen, die met allen ijver aan het werk gingen om de tafel te dekken met gouden en zilveren borden en schotels, gevuld met allerlei heerlijke spijzen. Zilveren messen, lepels en vorken kwamen er ook bij, en toen het werk gedaan was, kropen de mannetjes weêr in de flesch. De boer en de zijnen smulden lekker van het opgedischte en toen na afloop van den maaltijd de mannetjes de tafel niet kwamen afnemen, begreep de vrouw, dat zij het moest doen en zij borg het goed in de kast. Den volgenden dag kregen ze weêr een nieuw stel kostbaar tafelgereedschap en dit herhaalde zich alle dagen als de boer maar beval: «Flessche, flessche, doe je werk!» - Hij vond goed die gouden en zilveren voorwerpen te verkoopen en voor het geld kocht hij paarden, koeien en schapen, nieuw boerengereedschap en ook nieuwe kleêren en huismeubels.
Dit trok spoedig de aandacht van zijnen landheer. Deze kwam hem eens bezoeken en zeî: «Vanwaar heb jij op eens zooveel welvaart?» - Dat doet niets ter zaak, mijnheer,» zeî de boer, «maar als gij dit plaatske, dat ik van u in huur heb, aan mij wilt verkoopen, dan zal ik het u op staanden voet betalen met klinkende munt.» - «Nu, maar hier schuilt iets achter,» zeî mijnheer, «en als je mij nu de waarheid niet zegt, ga 'k je bij den rechter aanklagen en dan kan het wel eens slecht met je. afloopen.» - Dit vreesde de boer ook en hij vertelde de waarheid. Maar nu zeî de landheer: «Die flesch moet je aan mij verkoopen. » - Ja, maar daar viel niet aan te denken, zeî de boer. - «Dan klaag ik je aan als een toovenaar van de ergste soort en dan heb je kans levend verbrand te worden.» - Dit dreigement deed den boer bedenken dat hij eigenlijk ook reeds geld genoeg had en hij verkocht de tooverflesch aan den landheer.
Maar van dien tijd af liep het den huisman met zijne zaken op nieuw tegen. Hij werd van dag tot dag armer en na verloop van eenigen tijd was het weêr zoover gekomen, dat hij nog slechts ééne koe had en deze zou, om in den nijpenden geldnood te voorzien, verkocht moeten worden. Hij ging als vroeger met het beest op weg naar de stad, maar hoopte den dwerg te ontmoeten en van dezen eene tooverflesch, gelijk aan de vorige, in ruil te krijgen. Dit gebeurde. De dwerg ontmoette hem op dezelfde plaats en zeî: «Kom, heb je weêr een koe te verkoopen?» - «Ja,» was het antwoord, «en als gij het beest wilt nemen voor een dergelijke flesch als ik vroeger van je gehad heb, dan ben je mijn man.» - «Dit kan lukken,» zeî de dwerg, «hier is de flesch; gij weet hoe zij gebruikt moet worden.» - Verheugd begaf de boer zich met de flesch op den terugweg en tehuiskomende riep hij: «Vrouw, maak maar spoedig de tafel schoon en leg er een wit kleed op; we zijn weêr gered.» De vrouw deed het, de man zette de flesch op den grond en riep: «Flessche, flessche, doe je werk!» - O, verschrikkelijk! Twee groote, sterke mannen, ieder gewapend met een stok, kwamen uit de flesch te voorschijn en begonnen in het vertrek alles kort en klein te slaan niet alleen, maar zij ranselden ook den boer en zijne vrouw duchtig af. Na zoo een poosje huisgehouden te hebben, verdwenen de mannen weêr in de flesch. - Toen de boer een poosje daarna van den ergsten schrik bekomen was, begon hij spoedig te denken: Deze flesch moet de landheer ook hebben. Hij wist dat mijnheer een groot gezelschap van heeren en dames bij zich op het slot had en begaf zich derwaarts, De landheer kwam hem in eigen persoon te woord staan en vernemende dat de boer weêr een tooverflesch had, liet hij den man in de zaal komen om aan het geheele gezelschap de werking der flesch te laten zien. De boer zag de eerst verkregen flesch daar op eene kast staan en dacht: Die moet weêr de mijne worden. - Op verzoek van den landheer zette de huisman de nieuwe flesch op den grond en riep: «Flessche, flessche, doe je werk!» - Daar kwamen, tot groote ontsteltenis van allen, de twee mannen weêr voor den dag. De landheer werd het eerst afgerost. Vervolgens kregen ook al de anderen hunne beurt. Er ontstond een verschrikkelijk tumult. Mijnheer riep in zijnen angst: «Boer, kommandeer die mannen weêr in de flesch!» - « Goed,» zeî de boer, «als gij de andere flesch weêr aan mij wilt afstaan.» - «Neem ze maar! Neem ze maar!» riep de land-heer. De boer nam de gewenschte tooverflesch van de kast en liet de andere, waarin de twee mannen zich teruggetrokken hadden, achter.
Sedert dien tijd leefde de boer met vrouw en kinderen rijk en gelukkig.

Onderwerp

AT 0564 - The Magic Providing Purse and "Out, Boy, out of the Sack!"    AT 0564 - The Magic Providing Purse and "Out, Boy, out of the Sack!"   

ATU 0564 - The Magic Providing Purse    ATU 0564 - The Magic Providing Purse   

Beschrijving

Een boer en zijn vrouw zijn zo arm dat zij hun enige koe moeten verkopen. Op weg naar de markt ontmoet de boer een dwergachtig mannetje dat aanbiedt de koe van hem te kopen. Als betaling krijgt de man een fles die hem gelukkig zal maken. Op de woorden "Flessche, flessche, doe je werk!" komen er twee mannetjes uit de fles die de tafel dekken met gouden en zilveren borden, schotels en bestek gevuld met eten. De boer en boerin worden rijk door de verkoop van het servies. De landheer wil weten hoe de boer aan zijn rijkdommen komt en dwingt hem de fles aan hem te verkopen. De boer vervalt weer in armoede en moet opnieuw naar de markt om zijn laatste koe te verkopen. Onderweg ontmoet hij weer het dwergachtige mannetje, dat hem opnieuw een fles geeft voor de koe. Ditmaal komen er twee grote mannen met stokken uit, die de boel kort en klein slaan. De boer gaat met deze fles naar de landheer en laat diens huis vernielen. De landheer zegt hem te stoppen en geeft de boer zijn eerste fles weer terug. De boer en boerin worden wederom rijk.

Bron

Waling Dykstra: Uit Friesland's volksleven van vroeger en later: volksoverleveringen, volksgebruiken, volksvertellingen, volksbegrippen. Leeuwarden [1896], deel 2, 25-28.

Motief

D812.12 - Magic object received from dwarf.    D812.12 - Magic object received from dwarf.   

D1171.8 - Magic bottle.    D1171.8 - Magic bottle.   

D1470 - Magic object as provider.    D1470 - Magic object as provider.   

D871 - Magic object traded away.    D871 - Magic object traded away.   

D1401 - Magic object cudgels person.    D1401 - Magic object cudgels person.   

D881 - Magic object recovered by using second magic object.    D881 - Magic object recovered by using second magic object.   

Commentaar

1896

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20