Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

- Zon brengt moord aan het licht

Een (), (foutieve datum)

Onderwerp

AT 0960 - The Sun Brings All to Light    AT 0960 - The Sun Brings All to Light   

ATU 0960 - The Sun Brings All to Light.    ATU 0960 - The Sun Brings All to Light.   

Beschrijving

The Sun Brings All to Light

Tekst

Een postrijder moet een rijke veekoopman, Zwaan genaamd, naar de stad brengen. In het bos berooft en vermoordt hij de koopman, die voordat hij sterft nog zegt: "Het zal uitkomen, al moest de zon het uitbrengen." Na een jaar koopt de postrijder een groot huis buiten de stad. Hij krijgt daar kennis aan een boerendochter en trouwt er mee. Wanneer de bruiloft na een paar dagen afgelopen is, wil de postrijder op de boerderij een tijdje uitrusten. Hij ziet in zijn slaap hoe de zon in de kamer schijnt en zegt: "Nee, nee, Zwaan, de zon zal het niet verklappen." Dat hoort de broer van de bruid die toevallig langs loopt. Hij gaat de kamer in, hoort de bruidegom in diens slaap uit en komt zo alles te weten. De moordenaar wordt gearresteerd. Dit sprookje (AT 960, 'The sun brings all to light') vertelde D. Schuurman uit Broek in Waterland (bij Amsterdam) in 1903 aan de arts C. Bakker (archief PJMI). Het is in verschillende versies in Nederland (vooral in Friesland) bekend. Uit Vlaanderen is het niet overgeleverd. Verder is het bekend in heel Europa en het Midden-Oosten, India, China en Noord-Amerika. Steeds is het de moordenaar die zich zelf naar aanleiding van de voorspelling van zijn slachtoffer verraadt. In plaats van de zon kunnen in de voorspelling ook dieren of zelfs boombladeren als de oorzaak van het uitkomen van de moord worden genoemd. In een versie uit Overijssel moet de moordenaar vele jaren later bij de aanblik van de ronddwarrelende bladeren slechts glimlachen bij de gedachte dat de voorspelling van zijn slachtoffer niet is uitgekomen. Zijn vrouw ziet echter de glimlach, waarna de moord uitkomt. Het sprookje is door de Grimms in 1813 uit de mond van Dorothea Viehmann opgetekend (Kinder- und Hausmärchen nr. 115: 'Die klare Sonne bringt's an den Tag'). Een aparte redactie vormt het sprookje van de kraanvogels van Ibykus (AT 960A, 'The cranes of Ibycus'). Hierin roept Ibykus, een Griekse dichter uit de zesde eeuw voor Christus, voordat hij door rovers wordt vermoord, de op dat moment overvliegende kraanvogels op om de moord bekend te maken. Wanneer jaren later de moordenaars in een theater naar een toneelstuk kijken, waarin Ibykus zal optreden, vliegt er een troep kraanvogels over. Eén van de moordenaars merkt op dat dat de wrekers van Ibykus zijn. Men vangt die uitlating op, ze worden gearresteerd, en bekennen de moord. Dit verhaal komt al in de Oudheid voor, onder andere bij Plutarchus (eind eerste, begin tweede eeuw na Christus) voor en is later in Europa bekend geworden doordat Erasmus het in zijn Adagia (1508) heeft opgenomen. Een bekende literaire bewerking is het gedicht van Friedrich Schiller, 'Die Kraniche des Ibycus' (1797).

Literatuur

Teksten: KHM 115; Boekenoogen 1906, p. 25-26; Van Deinse 1975, p. 453-454.
Studies: AT 960; VDK p. 395; Sinninghe 1943a, p. 28; BP 2, p. 531-535; EM 8, 331-334 en s.v. Sonne bringt es an den Tag.