Een boer behandelde zijn meid erg slecht. Ze werd ziek en stierf. De boer en boerin hielden de spullen van de meid. Sindsdien was er elke avond bij de karnmolen leven. De meid kwam dan om haar spullen. Op een avond deed de boer alles in een zak, en…
Gereedschap moest 's avonds altijd opgeruimd worden, anders gingen de werkgeesten en 's nachts mee aan de slag. Dan werd er gedorst, of gehakt, of gebraakt, of gekarnd, enz.
Bij een schatrijke boer stonden op een ochtend alle deuren open en de koeien stonden achterstevoren op stal. De karnmolen had heel de nacht gedraaid en een vreselijk lawaai gemaakt.