Jan van Deest kwam laat terug van de molen. Op de Kerkdijk, in het pikkedonker, glijdt tot driemaal toe het wiel van zijn kruiwagen tot aan de naaf in een gat. Bij het optillen loopt hem telkens een zwarte kat voor de voeten. Hij geeft het beest een…
Bij de Deebièk vond men een stokje met daarop een brandbrief van de bokkenrijders. Op het weggetje van Heppeneert naar Wurfel moest men een bepaalde som geld leggen. Toen het geld op de afgesproken plaats lag, kroop een man in een boomstronk langs…
Een welstellende schaapherder die met zijn graan op weg was naar de molen, werd tegengehouden door de tolbeambten. "Het is meel voor mij en mijn arme buur", zei de Duitse schaper, maar hij mocht nog steeds niet voort. Daarop haalde de schaapherder…
In de buurt van de molen in Rotem was een kruispunt. Een man die daar voorbijliep, had het gevoel dat iets hem achtervolgde. Plots stond er een vreemde verschijning vóór de man. De man was zo geschrokken dat hij ter plekke flauwviel.
Tussen Rekem en de molen van Boorsem vloog 's nachts een vuurbol over het veld. De vuurbol had iets te maken met fosfor dat vrijkwam bij bepaalde weersomstandigheden.
In Opgrimbie stond een huis waar het spookte. Omstreeks één uur of half twee vlogen plots alle deuren open. De molen om het koren te malen, begon vanzelf te draaien. Op een dag spijkerde de man de deuren dicht, maar dat hielp niet. Uiteindelijk…
Wanneer de mensen uit Beernem vroeger naar de molen van Oudenaarde trokken, wapenden ze zich met een bijl. Ze kerfden met de bijl in de molen. Beernem dankte zijn naam aan het feit dat er vroeger zoveel beren zaten.
Op de zolder van een bespookte boerderij hoorde men 's nachts de graanmolen draaien. Wanneer de mensen gingen kijken, was er niets te zien. Zodra de mensen weer in hun bed lagen, begon de molen opnieuw te draaien.
Op de weg naar de molen van Sint-Denijs stonden knotwilgen waarin iedere nacht lichtjes heen en weer sprongen. De mensen geloofden dat het doodkeersen waren. Op een ochtend hing aan één van die bomen het lijk van een man die was opgehangen door zijn…
Acht mannen die samen naar hun werk gingen, zagen bij de molen van Rumbeke vier mannen lopen. Die mannen waren naar een vrouw geweest, die familie was van Deroo, die lid was van de bende van Pollet. Aan dat vrouwtje hadden de mannen gevraagd wie in…
Een boer die een zak graan naar de molen wilde brengen, weigerde belastingen te betalen aan de beambte. Daarop nam de beambte de zak graan in beslag. De beambte wist echter niet dat de boer een Duitse schaper was. De boer deed de beambte dansen met…
Baekeland zou ooit op een molen in Beernem hebben vertoefd. Overdag ging Baekeland als een chique heer met de mensen praten om te weten te komen waar ze hun geld verborgen hielden. 's Nachts trok hij erop uit om het geld te stelen.
Een man die 's ochtends met zijn kar terugkwam van de windmolen van Beverlo, schrok toen er plots een vuurbol op de kar sprong. Het paard was zo geschrokken dat het onmiddellijk naar huis liep. In de kar was een grote zwarte vlek gebrand.
Op de weg naar Wijnendale stond een molen waarin Bakelandt zou hebben verbleven. Voordien zat Bakelandt ergens in een kelder. Toen de rover door de politie werd opgepakt, zei hij: "Jullie hebben geluk dat je mij hier hebt kunnen vatten, want anders…