Vrijmetselaars hebben nooit geldgebrek. Vrijmetselaars krijgen een hamer en een beitel mee in de kist. Als je eenmaal lid bent, kun je nooit meer bij de vrijmetselarij weg.
Als je eenmaal lid bent van de vrijmetselarij, kun je er nooit meer weg. Als je weg wilt, wordt je naam doorgekrast en sterf je. Om de zeven jaar moet er iemand van de vrijmetselaars sterven.
Eens in de zeven jaar moet er een vrijmetselaar sterven: hij wordt per loting uitverkoren. Vrijmetselaars hebben een duivelspact en nooit gebrek aan geld. Als je eenmaal vrijmetselaar bent, ben je lid voor het leven.
Vrijmetselaars hebben een verbond met de duivel en moeten altijd timmeren. Eens in de zeven jaar moet er een van hen sterven. Wie eenmaal vrijmetselaar is, is lid voor het leven.
Vrijmetselaars zijn kogelvrij. Twee dagen voordat een vrijmetselaar sterft, staat er al een overlijdensadvertentie van hem in de krant. Om de zeven jaar moet er een vrijmetselaar sterven. Een vrijmetselaar is vrijmetselaar voor het leven: het…
Vrijmetselaars zijn vrijmetselaars voor het leven: als ze de vrijmetselarij de rug willen toekeren moeten ze ook het leven de rug toekeren. Vrijmetselaars hebben vaak een verbond met de duivel.
Vrijmetselaars hebben hun ziel aan de duivel verkocht. Ze hebben nooit geldgebrek, maar om de zeven jaar moet een van hen sterven. De vrouw van een vrijmetselaar gaat op een keer naar het vrijmetselaarsgebouw om het lidmaatschap van haar man op te…
Een vrouw van een vrijmetselaar zeurt net zolang tot haar man bereid is zijn lidmaatschap van de vrijmetselarij op te geven. Maar de vrouw moet hem zelf maar gaan uitschrijven, vindt de man. Bij het vrijmetselaarsgebouw aangekomen, zegt de vrouw dat…