Gerbrandt Biervlieg was een zuiplap. Hij ging niet meer met eerlijk gezelschap om. David zei van hem, dat hij druipt waar hij gaat. Een ander zei, dat dat niet zo vreemd was: hij werd immers ook steeds natgemaakt.
Een dronken notaris had boven zijn kantoor een Latijnse spreuk laten schrijven. Deze spreuk was verkeerd gespeld. Jan, de notaris, vroeg aan een boer deze spreuk voor te lezen. Deze boer kende geen Latijn en maakte er een Nederlandse spreuk van.
In Dublin gaat het verhaal, dat brouwerijen soms per ongeluk een ultra-sterk bier brouwen, waarvan zelfs de sterkste man dagenlang van de kaart kan zijn.