Een kat nam opeens een rare houding aan voor een kastje dat vroeger een open haard was geweest. Poten schrap, haar overeind, oren in de nek en staart omhoog. De kat siste zachtjes, maar leek eigenlijk te bang om te sissen of te brommen. Na een tijdje…
De grootvader van de verteller was een bomenrooier. De gekapte bomen werden over het water vervoerd. Bij een brug die zij passeerde woonde een vrouw die boten kon tegenhouden.