Vertelster ging eens kijken bij een afgebroken huis. Daar zouden onderaardse gangen lopen. Er werd niets gevonden. Er liepen kloostergangen onder het dorp door, werd er gezegd.
De bewoners van het huisje "De Witte Schimmel" worden getroffen door ziekte en ongeluk en moeten tenslotte het huisje verkopen. Omdat niemand het wil hebben, wordt het afgebroken. De pech ging nu over op de buren, maar na zegening van het huis door…