Bij een boer was een onverzadigbare arbeider. Jan en de boer bedachten dat ze tussen de middag hele gare grutten zouden eten met veel koeienvet. Ook daarvan at de arbeider maar door. Toen ze kort geslapen hadden en weer wilden beginnen, voelde de…
Tijdens de hooioogst had de boer een paar helpers. De boer was altijd heel haastig in deze periode, daarom at hij ook heel snel. De helpers hielden als de boer klaar was, ook netjes op met eten. Op een dag aten ze gewoon door toen de boer al gestopt…