Een jongeman komt er achter dat zijn meisje een heks is. Hij probeert een kunst uit om ook te vliegen en lekkernijen uit de wijnkelder van de pastoor te stelen. Helaas zegt hij de spreuk verkeerd en raakt gewond.
Twee dronken mannen zwerven 's ochtends langs de straat. Een van de mannen zegt tegen de ander: 'Ik zweer je Kees, alles wat men op de ochtend meer drinkt dan een beker brandewijn, is maar overdaad.'