Een vrouw wordt bij de grens aangehouden op verdenking van smokkel. Ze zegt onschuldig te zijn. Hierop zetten de douaniers haar naast een kachel. De boter die zij onder haar rok had verstopt begon te smelten en drupte op de grond.
Een man drinkt, tot ergernis van zijn vrouw, zijn beker helemaal leeg om, naar eigen zeggen, de afbeelding van Onze Lieve heer op de bodem te zien. Als de vrouw de bodem laat vervangen door een afbeelding van een duivel, drinkt de man de beker weer…