Een man wiens echtgenote was gestorven toen zijn zoon twaalf jaar was, liet zich vaak overlezen door de pastoor.Een tijdje later had de man een relatie met een andere vrouw. Telkens wanneer die vrouw bij de man op bezoek was, werd er in het huis van…
Twee broers die in ruzie leefden, wilden zelfs niet langs dezelfde ingang de kerk binnengaan. Daarom waren in de kerk van Beveren twee deuren. Na hun dood waren de broers vervloekt. Ze veranderden in twee zwarte honden die met kettingen aan elkaar…
Twee buurvrouwen konden niet met elkaar opschieten. Eén van die vrouwen beschikte over bijzondere krachten en sprak op zekere dag tot haar buur: "Dat zal je nog spijten! Je zal nog van mij horen!" De volgende dag zat het huis van de buurvrouw vol…
In Avelgem woonde een man die altijd ruzie maakte met een onzichtbare verschijning die hem achtervolgde. "Zie jij niemand?", vroeg de man altijd aan voorbijgangers, maar hij was de enige die de verschijning zag. Telkens wanneer die man iets wilde…
Veearts Jan D. moest 's avonds het paard van Heksentrijneke in Hoelbeek gaan verzorgen. Toen Jan 's terug naar huis wandelde, zag hij dat één van de canadabomen in de Witstraat vol katten zat. De katten maakten ruzie en één van de dieren sprak:…
Op een boerderij waar de boer en de boerin gestorven waren, hadden de kinderen ruzie over de erfenis. Een tijdje later had men op de boerderij te kampen met een rattenplaag. De pastoor gaf de kinderen de raad om een put te maken. Nadat de geestelijke…
Twee loonarbeiders uit Vroeningen kregen ruzie. De ene bedreigde de andere met de woorden: "Ik ben de duivel. Wie het tegen mij wil opnemen, die zal sterven".
Een wever beweerde dat hij met de duivel omging en dat hij al in de hel was geweest. Omdat de man over bijzondere krachten beschikte, kon hij uitzonderlijk goed weven.
De man woonde in een tweewoonst. Toen hij ruzie had met zijn buur, zei de wever:…
Twee broers uit Geeraardsbergen die altijd een goede verstandhouding hadden gehad, kregen ruzie, waardoor de twee zelfs niet meer langs dezelfde deur wilden binnengaan in de kerk. Op een dag wandelde één van de broers door het bos en zei driemaal:…
Een vrouw die ruzie had met haar zoon en haar schoondochter, had gezegd: "Ik zal dat ongestraft laten voorbijgaan". 's Nachts stond de vrouw op om met spelden in een poppetje te steken. De zoon en de schoondochter voelden dat terwijl ze in hun bed…
Een jongen was weggelopen omdat hij ruzie had met zijn ouders. Bij een boerderij in het veld vroeg de jongen of hij in de schuur mocht overnachten. "Neen, dat mag je niet, want het spookt daar", zei men hem. De jongen wilde echter niet luisteren…
Een man ging iedere donderdag met zijn vriendin naar de markt in Staden. Omstreeks drie uur na de middag kwam het tweetal thuis. Op zekere dag was de man een beetje dronken bij zijn thuiskomst, waardoor zijn moeder boos werd op de moeder van zijn…
Op zondagavond ontstond er vaak ruzie in een café. Op een avond begonnen enkele mannen elkaar uit te schelden en met glazen te gooien. Een tovenaar die in het café zat, sprak tot de cafébazin: "Je hoeft je geen zorgen te maken!" en hij greep de…
Een genezer die ruzie had met zijn vrouw, zag een man aankomen, die zijn paard kwam laten overlezen omdat het parels op de ogen had. Uit wraak genas de genezer het paard en droeg de parels over naar zijn vrouw.
De bewoners van twee tegenover elkaar gebouwde boerderijen hadden ruzie. De boer van de ene boerderij zei: "Het is toch vreemd dat het altijd begint te regenen als wij gaan dorsen! Dat is de schuld van die zwarte van hier tegenover!"
Een schaapherder uit Rutten wandelde met zijn zwarte hond naar huis. Onderweg hoorde de man in een huis een hoogoplopende ruzie, waarbij iemand riep: "Moge de duivel je komen halen!" Daarop gooide de schaapherder zijn zwarte hond door het raam naar…
Een vrouw die altijd hoofdpijn had, kon niet door de dokter worden geholpen. In de kelder van de vrouw hing een stank van petroleum. Men kon ook altijd een dorsmolen in de kelder horen draaien, alsof er allemaal duivels aan het werk waren. De vrouw…
Een man uit Blankenberge beweerde dat zijn overleden vrouw was teruggekeerd om haar juwelen onder haar kinderen te verdelen opdat er geen ruzie zou worden gemaakt.
Een boer die op een avond ruzie had gemaakt tijdens het kaartspel, raakte niet meer thuis. De volgende ochtend liep de boer nog steeds rond in de weide.
Een vrouw die geen goede verstandhouding had met haar echtgenoot, vroeg aan de onderpastoor om de zaak in der minne te regelen. Sindsdien begon in dat huis al het werkmateriaal 's nachts vanzelf te bewegen.
Een jongen moest iedere nacht met de duivel vechten omdat hij onder zijn matras een toverboek bewaarde. In dat boek stond bijvoorbeeld geschreven hoe men mensen ruzie kon doen krijgen: men moest met een voorwerp in een kalverlever steken en de namen…
Twee vrouwen die op de Rode Berg woonden, hadden ruzie. De ene vrouw had tot de andere gesproken: "Jij zal nog zwart water drinken!" De volgende ochtend was het water dat daar stroomde, pekzwart.