Een knecht springt met een aanloop over de sloot en pocht dat de duivel hem dat nog niet na zou doen. De volgende morgen is ip dezelfde plek duidelijk de afdruk van een hengstepoot te zien: de duivel is hem kennelijk wel nagesprongen.
Aan de ene kant van de vaart staat in het beton de afdruk van een paardenvoet, aan de andere kant die van een mensenvoet. Daar is de duivel over de vaart gesprongen.