In Ledegem werkte vroeger een Duitse schaper. De schaapherder werd altijd gevolgd door jongens die de mest van de schapen opraapten. Op een dag sprak de schaapherder tot één van de jongens: "Ga eens naar die herberg en vraag daar een kan bier.…
Een Duitse schaper die zijn schapen aan het hoeden was, vroeg aan een voorbijganger of hij rode of witte wijn wilde. Vervolgens tapte de schaapherder wijn uit zijn herdersstaf.