Als men om het huis lawaai hoorde, bijvoorbeeld van iets dat omvalt of van een deur die dichtslaat, werd wel gezegd: "Dat doet de molenaarsknecht". Dit werd gedaan om kinderen die niet naar bed wilden angst aan te jagen. Toch kon er ook aan gedacht…
Als kinderen te dicht bij het water kwamen, werden ze gewaarschuwd dat ze gepakt zouden worden door de kikkers. Als ze 's avonds niet naar huis wilden komen, werd er gezegd dat ze door de kinderdieven gepakt zouden worden, of door de doddoden.