Een man die terugkwam van de bakker, kwam bij de slagboom van de schaapherder een reus tegen die zo groot was als een lantaarnpaal. Toen de man dichterbij kwam, was de reus plots verdwenen.
Een man zag in de kasteeldreef een licht dat leek op het schijnsel van de maan. Toen de man over de brug ging, was het licht verplaatst naar de andere brug, zodat het leek alsof daar een lantarenpaal stond. Daarna bewoog het licht naar het veld,…
Bij het einde van de Balseboomstraat in Brugge stond een lantaarnpaal waar vroeger altijd een duivel op zat. Daarom werd die plaats de 'duivelshoek' genoemd.
van donderdag 01 september 1994 t/m maandag 31 oktober 1994
Een vampier heeft die nacht niet gegeten en springt vlak voor de ochtend nog even uit het raam. Al spoedig keert hij terug met bebloede mond: hij is tegen een lantarenpaal aangelopen.