De ik-figuur vind op een zondag een duit. Nergens ziet hij een arm mens aan wie hij deze munt kan weggeven. Hij ziet toevallig een vrouwtje die knapkoek (zie opmerkingen) verkoopt. De man vraagt het vrouwtje of zij soms die duit aan een arm mens wil…
Twee bevriende studenten hadden een avond feest gevierd, en hadden nu geen geld meer. Op de markt vroeg een verkoopster de een of hij soms appels wilden kopen. Hij vertelde dat hij geen geld had. Zij zei dat als hij een raadsel op kon lossen, hij ze…