Een groenvink, die erg hoogmoedig is, vindt de veren van een pauw. Hij versiert zich er mee. Andere vogels komen er echter achter en scheuren de veren van zijn lijf.
Een oude en zieke leeuw ligt op sterven. Zijn oude vijanden mishandelen hem voor al zijn misdaden. De leeuw klaagt over zijn lot en zegt dat ze vroeger nog wel eerbied voor hem hadden, maar nu hij oud en ziek is ze hem onwaardig behandelen.