Er wandelde 's avonds een juffrouw op en neer om de mensen opmerkzaam te maken dat een boer een weipaal had verzet. En daardoor had die boer er een stuk land bijgekregen, wat niet van hem was.
Die Van W. uit Woudrichem, die dreef je de deur uit met z'n ogen. Hij viet een koevoet, hij zette die op de houten vloer en liet de koevoet op en neer dansen. Al het volk liep weg.
Man wordt door meisje dat hij heeft verlaten 's nachts als nachtmerrie geplaagd. Dat houdt op als hij zijn pantoffels omgekeerd voor het bed zet, want een nachtmerrie moet in de voetstap van de geplaagde treden.