Er een vilder, die kocht bij ons struiken en heesters. Van W. zegt: "Van den Berg, die vent komt nooit meer weg op die motor". En die vilder wil wegrijden, maar de motor doet het niet. Toen viet Van W. de motor en reed ermee weg en hij bleef er twee…
Die Van W. uit Woudrichem, die dreef je de deur uit met z'n ogen. Hij viet een koevoet, hij zette die op de houten vloer en liet de koevoet op en neer dansen. Al het volk liep weg.