Die Van W. uit Woudrichem, die dreef je de deur uit met z'n ogen. Hij viet een koevoet, hij zette die op de houten vloer en liet de koevoet op en neer dansen. Al het volk liep weg.
Bij het sterven van een man is er iets vreemds gebeurd. Een andere lezing is dat er een grap is uitgehaald door het lijk aan te kleden en in een stoel te zetten.
De gouden kap die koningsdochter Fostedina bij haar inhuldiging tot koningin krijgt om de littekens van de doornenkroon te bedekken zou de herkomst zijn van het Friese oorijzer. Willebrord belandt met tot het christendom bekeerde Denen in Helgoland,…
Pastoor van Meijel wordt aangewezen als scheidsrechter in grensconflict tussen de gemeenten Helden en Meijel. Hij doet wat grond in zijn schoenen, zet onder zijn hoed een meelschepper, loopt een eind Heldens gebied op en verklaart dat hij op Meijels…
Broer van verteller kan papieren mannetjes als hij fluit laten dansen. Alleen bij hem blijven ze staan, bij anderen vallen ze om en willen niet meer rechtop staan.
Vrouw probeert met succes of het klopt dat als ze haar voet dwars over de voetstap zet van de vrouw waarvan gezegd word dat ze een heks is, de vrouw niet verder kan.
Vrouw vertelt Jan de Wijs dat de herberg waar hij wil overnachten een rovershol is, waar als paters verkleedde mannen mensen met geld vermoorden. Jan de Wijs bewapent zijn metgezellen en spreekt af dat hij de paters in het latijn zal toespreken, en…
Boodschappen die vrouw in haar broek meeneemt worden daar door haar zoon uitgehaald. Op de vraag of alles er uit is, zegt de jongen dat er nog een bezem in zit. Moeder zegt dat die kan blijven zitten, daar zal vader 's avonds wel een stok in…
Een rijke jongeman leidt een gemakkelijk leventje. Hij besluit alles op te geven en zich als monnik in een klooster te vestigen. Hij is echter niet tevreden met het kloosterleven. Het stro is te hard, het brood te grof, het werk te zwaar en ga zo…
Wanneer een boer de mest aan hoopjes op het land had liggen, en hij zette 's avonds een schotel met pannekoeken op de akker, dan was de volgende morgen de mest over het land gestrooid en de pannekoek natuurlijk op.
Een boerenzoon, die 's winters in de stad werkt, wordt altijd 's avonds bij het naar huis gaan vergezeld op de dijk door een witte juffrouw, die boven de grond zweefde en geen woord zei. Vlakbij de boerderij was ze ineens verdwenen.
Twee mannen die een derde bang willen maken gaan bovenop elkaar staan tegen een muur. De man zegt dat hij wel eens twee mensen op elkaar heeft zien staan. maar nog nooit drie. Niet alleen hij vlucht, ook de twee anderen. God heeft er nog een derde…