Een knaap wordt naar een toverkundige veearts gestuurd en krijgt van hem een drankje, maar laat tot 2x toe het flesje uit zijn handen glippen, zodat hij terugmoet; tenslotte komt hij ermee terug; de dokter zegt de jongen beet te hebben willen nemen.
Een vrouw kan geen boter krijgen bij het karnen en slaat met een gloeiend heet gemaakte sikkel in de karn; dan wil de boter wel komen en de van hekserij verdachte vrouw loopt met haar armen in doeken.