Een domme worm ziet zijn eigen achterkant aan voor een andere worm en begroet zijn soortgenoot vriendelijk. Zijn achtereind roept verontwaardigd terug 'Stommeling, zie je dan niet dat ik je achtereind ben?'.
De meester vraagt aan een jongen hoe de getijden ontstaan. Als die het niet weet scheldt de meester hem uit voor stommeling. De leerling zegt dat hij ook best een vraag weet waarop de meester geen antwoord heeft: waar komt het vlees vandaan als je…
"Heb je de buurman met opzet een rotje naar het hoofd gegooid," vraagt vader aan Jantje. "Nee, natuurlijke niet," zegt Jantje, "ik kan er ook niets aan doen dat die stommeling op het laatste moment voor zijn vrouw springt."