Een jongen die blootsvoets rondliep, werd bang gemaakt voor de tenensnijder die zijn tenen zou komen afsnijden. Daarna trok de jongen snel zijn sokken en schoenen aan.
Vroeger maakte men de kinderen bang met verhalen over een weerwolf die in het bos zou hebben gezeten. Als kinderen hun schoenen niet wilden aandoen, vertelde men hen over de Tenensnijder.
De Tenensnijder was een man die rondging met een zak om te bedelen. De meeste mensen gaven hem wat geld of een boterham. Als de kinderen stout waren, spraken de ouders tot hen: “De volgende keer geef ik je mee met de Tenensnijder!” Op een dag had de…
Vroeger waren de kinderen bang voor de hotteman en de tenensnijders die hen zouden meenemen en hun tenen zouden afsnijden. De hotteman was een varkensstouwer.
De tenensnijder snijdt de tenen af van kinderen, die op blote voeten door het koren lopen. De boeman komt 's avonds ondeugende kinderen halen en de tongesnijder sneed je tong af, als je hem uitstak.