Een oude man liep 's nachts om twee uur door de Priemsteeg om te gaan maaien in de polder. Diezelfde steeg was op het ene moment een bietenveld en even daarna een wiel waarover hij heen liep. Er woonde een toverheks in die steeg.
In de kerstnacht om 12 uur 's nachts ging Sint Hubertus jagen. Hij reed met een bruin paard door de lucht en had pijl en boog bij zich. Je kon zijn honden horen blaffen. Om twee uur was de jacht afgelopen.