Twee knechten sliepen op een kamer. Een ervan was broodmager, want elke nacht kwam een merrie voor het raam. Die moest hij de hele nacht berijden. Op een nacht bereed de dikke haar en die liet haar bij de smid beslaan. De boerin had hoefijzer aan…
Vrouw die last van de nachtmaar had, kreeg van de pastoor de raad 's nachts een kruis en een dolk op haar borst te leggen. De tweede nacht trok het naar haar buik en de derde nacht naar haar voeten. Uiteindelijk was het weg.
van dinsdag 29 mei 1962 t/m donderdag 07 juni 1962
Mij is overkomen, in de laatste oorlog, dat we wel eens een varken stiekem dood lieten gaan. Dan moest ik er de volgende morgen al vroeg op uit om iets op te halen. Maar midden in de nacht zei de vrouw: er is een band van de wagen geknapt, ik heb het…
Lang geleden woonde er een boer in Kessel-Hout die slecht met zijn vrouw kon opschieten. Op een zondagmiddag ging hij met haar wandelen. Hij deed alsof hij in een poel een grote snoek zag zwemmen en spoorde zijn vrouw aan om deze van dichterbij te…
Een bakker in Kessel werkte ’s nachts door in zijn bakkerij. Er kwam een zwarte kat langs en de bakker nodigde haar uit om binnen te komen. De bakker had niet door dat er vervolgens één voor één nog zes andere zwarte katten binnenkwamen. Toen hij dat…
Akkes-Kil was een heks. Ze had de gewoonte om over haar onderdeur te leunen met naast haar haar twee griezelige katten. Wanneer iemand voorbij kwam, keek Akkes-Kil die persoon aan met haar kollenoogen en als ze lang genoeg gekeken had, gooide ze naar…
van vrijdag 27 december 1963 t/m donderdag 27 december 1962
Je mocht hier nooit door 't karspoor door 't paardenpad lopen, 's nachts tussen twaalf en één uur. Deed je dat wel dan werd je aangevallen door een zwarte hond.
Weerwolven hadden een ruige huid om. 's Nachts om twaalf uur trokken ze een huid aan en dan liepen ze op vier poten. Ze deden de mensen niks, ze sjokten mee.
De weerwolf was een oude man, 's avonds en 's nachts ging hij uit, net of hij een wit laken om had. Met van die vurige ogen. Overal bij de buren de klinken opengooien en herriemaken. De meisjes durfden haast niet meer naar buiten.
Als het volle maan was, dan kwamen alle katten van twaalf tot één samen bij een dronk voor de kattendans. Iemand geloofde het eerst niet, maar ging kijken. Met een stuk hout verjoeg hij vervolgens de rode kater die de dans aanvoerde.
Een oude man liep 's nachts om twee uur door de Priemsteeg om te gaan maaien in de polder. Diezelfde steeg was op het ene moment een bietenveld en even daarna een wiel waarover hij heen liep. Er woonde een toverheks in die steeg.
Een dienstmeid werd van de maan gereden. Als de maan vol was, dan had die meid 's nachts geen rust. Dan ging ze op stap zonder dat ze dat wist. Want dan ging ze een paard uit de weide halen en op stal zetten en dat was zeker een uur lopen heen en…
Een man vertelt over de kris die bij zijn oom aan de muur hingen. Zijn moeder en oom vertellen niks over de kris. Van zijn tante hoort hij dat er geesten in zouden zitten.