Boer B. die op de Vennen woonde, sprak tijdens het ontbijt tot zijn knecht: "Je moet beginnen met dorsen zodat ik na de middag naar de molen kan gaan", waarop de knecht antwoordde: "Neen, je mag over een uur al vertrekken, want dan zal ik al klaar…
De pastoor van Beek was met de koets naar Maaseik gereden om een bezoek te brengen aan de deken. Omdat het bezoek langer had geduurd dan verwacht, zei de voerman bij het vertrek: "Zet je maar met je rug tegen die van mij, meneer pastoor!" Toen de…
Een man die op de Deizelhoek woonde, moest iedere avond langs het kerkhof wanneer hij naar huis ging. De man hoorde dan een stem roepen: "Hoe laat is het al?" Wanneer de man vroeg: "Wie is daar?", kwam er geen antwoord. De man zag alleen een…
Op Siemkesheuvel werd een bokkenrijder opgehangen. Een aalmoezenier stond met een crucifix vóór de rover om hem vooralsnog te bekeren. Op zeker ogenblik vroeg de veroordeelde aan de beul hoe laat het was, waarop de beul antwoordde: "Het is vijf…
De 'lange man' wandelde 's nachts altijd rond. Op een nacht kwam iemand de lange man tegen. Toen de lange man vroeg waar de voorbijganger naartoe ging, vroeg deze laatste hoe laat het was. Daarop zei de lange man: "Wacht, ik zal eens voelen aan het…
Boer heeft last van nachtmerries en kan geen huishoudster krijgen. Nadat om middernacht een plankje voor een kapot raam is gezet, komt een huishoudster. Na zeven jaar gaat het raam kapot en verdwijnt de huishoudster.
Uit nieuwsgierigheid waarom rond middernacht in een herenhuis licht brandt, gaan mannen kijken en zijn verbijsterd wat ze zien en vertrekken. De baron waarschuwt dit nooit weer te doen, want het betekent hun dood. Hijzelf wordt later dood in het…
Man moet 's nachts opstaan om begrafenis te zien, waarvan hij later de gang van zaken kan vertellen. Waarschuwt om 's nachts tussen twaalf en één uur niet midden op de weg te lopen, want dan kan men opzijgezet worden.
Vermoorde freule spookt rond, man meent dat er niets aan de hand is. Als hij om middernacht op de moordplaats vraagt of de vrouw wil verschijnen, komt ze tevoorschijn en vergezelt hem.
Dienstmeid die kijkt wat er 's nachts met paard gebeurt dat 's morgens met gevlochten manen staat, merkt dat om middernacht paard lawaai maakt en ziet bij het maken van licht een vrouw op het paard.
Horen van getimmer bij buren om middernacht, maar er is niets te zien. Later wordt er een kippenhok getimmerd. Horen van krassen van schaatsen zonder dat er ijs is, paar dagen later kan er geschaatst worden, horen van geluid van treinen die niet…
Ziek kind blijkt betoverd te zijn, want er zit een krans in het kussen. Om middernacht tijdens het waken schommelen van lamp, voetstappen en bons. Uitkomen van voorspelling dat bij begrafenis van het gestorven kind heks komt kijken.
Meisje wordt om middernacht belaagd door zwarte schaduw. De schaduw lijkt verdreven te zijn, maar nadat het waken is opgehouden wordt het meisje met verdraaid hoofd en afgebeten strot gevonden.
Visser en veerman krijgt elk jaar op de kortste dag van het jaar bezoek van een vreemdeling die hem vraagt om 's nachts een lading naar het witte eiland te vervoeren. Bij aankomst leest de vreemdeling de namen voor van de overledenen in het afgelopen…
Die boeren vroegen dan: "Ben je niet bang voor de dwaallichtjes?". Die dwaallichtjes waren mensen die waren vermoord en die kwamen spoken. Die boeren waren daar zo bang voor, ze gingen 't bij de politie melden.