Een gelovige man weigert tot drie maal toe hulp bij een overstroming omdat hij vertrouwt op God. Hij verdrinkt en vraagt aan God hoe dat zit. God verklaart tot drie maal toe een bootje te hebben gestuurd.
Van drie poepen die om het hardst maaien, kan er één sneller. Als hij de kop van het haarspit afmaait vertrouwen de anderen hem niet meer, want een gewoon mens kan dat niet.