Het viswijf Maij Korsels vraagt: 'Zeg juffertje, waarom zijn jouw handjes zo wit?' Het vrouwtje antwoordt: 'Zij komen nooit in de zon.' Waarop het viswijf antwoordt: 'Mijn mans ballen ook niet, maar ze zijn toch zo zwart als wat.' (Zie opmerkingen.)
Een duivels kreng was met een goedaardige man (Aert) getrouwd. Toen iemand haar tekeer zag gaan, zei een ander: "Het is een wonder dat zij zich zo gedraagt. Ik heb haar altijd als een vrouw van een zeer goede Aert gekend.