Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MVS004 - Het leven van Liedewij, de maagd van Schiedam

Een legende (), 1425 - 1434

Hoofdtekst

Van haer lichamelike voetsel in die navolghende sestien jaren. Dat IIII capitel
HIerna wort sij also seere belast met menigherande siecten, dat sij altoes te bedde lach, ende in XXXIII jaren voer haer doot en rakede sij nye eerde. Hier en tuschen tot haren neghentiensten jare van beghinne haerer siecten, at sij een wile tijts een stuc van eenen appel also groot als een cleyn ostie, daer men die menschen mede pleecht te monighen, ende dat moeste in een tanghe ghewarmt sijn op dat vier. Sy nam occ by wilen een luttel broots met een soepken biers of een lettel soets melcs. Doe sij dese dinghen niet meer nemen en mochte, doen nam si een deel jaren ter weken een half pinte wijns daer niet toe ghemenghet en was, ende daer na somighe jaren gheminghet met water. Som wilen at sij een luttel sukers, kaneels of een dadel of notemuscate. Hier na, doe si dese dinghen niet meer en mochte nemen, so plach [218Vb] sij ter weken een half pinte Maeswaters te nemen dat haer overmids sonderlingher gracie Gods smakelijker ende soeter was dan wijn. Ende daerom danckede si Onsen Lieven Heere grootelijc. Dit was haer lichamelike voetsel na die drie yerste jaren tot dat XIXste jare harer siecten toe van beghin. Ende van danen voert tot harrer doot toe in XIX jaren en nam sij gheen spijse noch dranc, als si selve plach te segghen. Sy seyde op eenen tijt sommighen gheesteliken personen, dat si op die tijt in XXXIII jaren nye sonne noch mane en hadde ghesien, noch met haren voeten die eerde gheraect. Ende daerna levedesi also langhe, dat die yerste ende die leste jaren te samen maken meer dan XXXIII jaren.

Beschrijving

4. Liedewijs voedsel in de volgende zestien jaar
Hierna leed Liedewij aan zoveel verschillende kwalen, dat zij voortdurend het bed moest houden en in de drieëndertig jaar vóór haar dood nooit meer een voet op de grond zette. Van het vierde tot en met het negentiende jaar [1398-1414] van haar ziekbed at zij af en toe een partje appel ter grootte van de kleine hostie die leken bij de communie ontvangen. Zo'n stukje appel werd met een tang in het vuur warm gemaakt. Nu en dan nam ze ook wat brood gedoopt in bier of melk. Toen zij deze dingen niet meer nuttigen kon, dronk zij een paar jaar lang iedere week een halve pint wijn, eerst onverdund, later aangelengd met water. Soms at zij wat suiker of kaneel, een dadel of muskaatnoot. Toen zij ook deze dingen niet meer kon verdragen, dronk ze een halve pint Maaswater per week, dat haar - dankzij de buitengewone genade Gods - aangenamer en zoeter smaakte dan wijn. Zij dankte Onze Lieve Heer daarvoor met hart en ziel. Op de eerste drie jaar na voedde ze zich hiermee tot in het negentiende jaar van haar ziekte. Naar eigen zeggen at of dronk zij de volgende negentien jaar tot haar dood toe in het geheel niet. Ooit vertelde ze enkele vrome mensen, dat zij drieëndertig jaar geen zon of maan gezien had, en evenmin de grond met haar voeten had aangeraakt. Uiteindelijk leefde zij zó lang, dat haar ziekbed meer dan drieëndertig jaar duurde.

Bron

Het leven van Liedewij, de maagd van Schiedam. (Ed. Ludo Jongen en Cees Schotel). Verloren, Hilversum 1994 (tweede druk).

Commentaar

ca. 1435
Dit verhaal is per hoofdstuk ingevoerd. Er zijn 44 hoofdstukken. <br>
Tekst en informatie: http://www.dbnl.org/tekst/_lie002lied01_01/

Naam Overig in Tekst

Onze Lieve Heer    Onze Lieve Heer   

Liedewij    Liedewij   

Lidwina van Schiedam    Lidwina van Schiedam   

Naam Locatie in Tekst

Maas    Maas   

Plaats van Handelen

Schiedam (Zuid-Holland)    Schiedam (Zuid-Holland)   

Kloekenummer in tekst

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21