Op de Damerusberg spookte het. De koeien stonden elke ochtend met hun staart aan de kribbe gebonden. De paters hebben een strohalm rond een koepaal gebonden. Een jongen moest zonder achterom te kijken, die strohalm naar de kopeik in het bos…
In Vlaanderen dwaalde vroeger een zekere Kludde rond. Dat was een spook dat op handen en voeten rondkroop met een vel over zich heen. Toen men Kludde op een nacht had kunnen vangen, hing men hem op aan een haak in de viswinkel.
Op de Riebes bij Bilzen gebeurden vreemde dingen in een stal. Omdat men 's nachts kettingen hoorde rammelen en omdat er al veel dieren waren gestorven, liet men een bruine pater komen. De pater gaf de boer een ketting om het spook weg te leiden. …
In "Het stenen Kopke" in de Berenstraat spookte het. Het spook werd 'de lange man' genoemd, omdat het zo'n twee meter groot was. Omstreeks middernacht hoorde een vrouw 'de lange man' binnenkomen in haar huis. Ze kon echter niets zien.
Bij de Zes Wegskes aan het einde van de Krogstraat was een kruispunt waar vaak vreemde dingen gebeurden. Er was daar ook een graf van een officier uit het leger van Napoleon. Een man die bij regenweer in het donker terugkwam van een bezoek aan zijn…
In Diepenbeek dwaalde een weerwolf rond, die de mensen plaagde. Die weerwolf was in feite een teruggekeerde dode. Wanneer de weerwolf voorbij een oven liep, ging het vuur uit. Nadat men het vel van de weerwolf had verbrand, zag men het beest niet…
Een man die met de fiets langs het Zwart Water reed, werd geplaagd door een vervelende kat. Het dier sprong de hele tijd tussen de spaken van het wiel zodat de man niet verder kon.
Vroeger woonde Kludde tussen de Schelde en een café. Hij sprong voorbijgangers op de rug en liet zich dan dragen tot bij het café. Toen de boeren het spelletje beu waren en in het café zaten te kaarten, kwam er weer iemand binnen die Kludde had…
Bij Harie V.P. had men veel ongeluk; de dieren gingen allemaal dood en men kon geen boter meer maken. Op aanraden van de paters ging de familie op bedevaart. Daarna kwam de pater de plaaggeest verbannen. Met een koord werd de geest naar het bos…
Klerre was een grote hond die 's nachts aan de schouders van de mensen kwam hangen tot ze helemaal afgepeigerd en bezweet thuiskwamen. In werkelijkheid was Klerre een product van de verbeelding. Het was immers niet voor niets dat diegene die als…
Wanneer de kleermaker van Oreye 's avonds naar huis kwam, liep er altijd een schaap met hem mee. Het schaap probeerde de man altijd in een afgrond of in een mergelput te leiden.
Roesschaert was een watergeest waarvoor de mensen erg bang waren wanneer het stormde. Roesschaert kon zich in een klein kindje veranderen en zich in die gedaante door de mensen laten dragen. Hij werd dan steeds zwaarder en zwaarder.
Enkele kinderen gingen na school samen naar huis door de korenvelden. De kinderen waren altijd erg bang omdat hun moeder hen had gewaarschuwd voor het korenmannetje dat zich in de velden verschool en alle stoute kinderen met zich mee nam.