Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

SINVNS20 - Jan de-n-tuitelaar

Een sprookje (boek), 1888 - 1891

_ac7caced-2924-4df2-9358-53d7f9785f61.jpeg
132.jpg

Hoofdtekst

Jan de-n-Tuitelaar
Daar was eens 'ne jongen en die jongen heette Jan. En die jongen die zette op 'ne goeien dag een ert in den grond. En die ert die groeide en die groeide zoo schrikkelijk hard en zoo hoog, dat de stengel al heel gauw met den kop aan de wolken kwam. En nog altijd groeide ze maar door. En toen ze ten langen leste door de wolken heen in den hemel gegroeid was, toen zei de moeder van den jongen op 'nen zekeren keer:
"Jan," zei ze, "ge hebt van uw leven nog geen schoenen gehad, me dunkt, ik zou eens tegen de ert naar den hemel klimmen en vragen aan Onzen Lieven Heer een paar nieuwe schoenen."
"Dat is goed," zei Jan en hij klom tegen de ert omhoog en toen hij heelemaal boven was, toen klopte hij tegen de deur van den hemel.
Sinte Peter deed hem open en die vroeg: "Wat moet ge hebben?"
"Mijn moeder heeft mij gestuurd," zei Jan, "ik moet een paar nieuwe schoenen hebben."
"Zoo," zei Sinte Peter, "ik zal eens gaan vragen wat Onze Lieve Heer daarover denkt."
Onze Lieve Heer die scheen er goed over te denken, want al heel gauw kwam Sinte Peter met een paar zilveren schoenen aandragen. Jan blij, dat kunt ge denken en zoo hard als hij kon klom hij weer naar beneden om zijn moeder zijn schoenen te laten zien.
En de moeder die was ook niet weinig blij en als Jan met zijn zilveren schoenen over de straat ging, dan stond ze aan de deur te kijken of alle menschen het toch wel zagen, dat Jan zoo mooi was.
Maar het nieuwe dat ging er voor Jan al gauw af en hij dacht al bijkans niet meer aan zijn schoenen, toen hij op zekeren dag 'nen heer te paard tegenkwam. De heer hield zijn paard in en vroeg aan Jan of hij zijn schoenen niet tegen het paard wilde verruilen.
"Ja wel," zei Jan en zij ruilden.
En toen Jan met het paard thuis kwam en aan zijn moeder vroeg wat ze er van dacht, toen zei zijn moeder: "'t Is mij goed: nu kunnen wij 's Zondags eens uit rijden gaan, net als de dokter en zijn vrouw."
Toen Jan een tijdje het paard gehad had, toen kwam hij eens 'nen boer met een koe tegen.
"Wilt gij uw paard niet tegen mijn koe verruilen?" zei de boer.
"Jawel," zei Jan, en zij ruilden.
En toen Jan met de koe thuis kwam en aan zijn moeder vroeg wat ze er van dacht, toen zei zijn moeder: "'t Is mij goed. Nu hebben wij voortaan ons eigen room in de koffie."
Toen Jan nu een tijdje de koe gehad had, toen kwam hij op 'nen zekeren dag 'nen koopman tegen met een schaap.
"Wilde uw koe niet tegen mijn schaap verruilen ?" zei de koopman.
"Ja wel," zei Jan en ze ruilden.
En toen Jan met het schaap thuis kwam, en aan zijn moeder vroeg wat ze er van dacht, toen zei zijn moeder: "'t Is mij goed. Nu hebben wij niet alleen ons eigen room, maar nog wol op den koop toe, om ons eigen sokken te breien."
Op 'nen keer toen Jan op de wei zijn schaap aan het hoeden was, kwam er 'ne schaapherder met 'nen grooten hond voorbij.
"Wilt ge uw schaap niet tegen mijnen hond verruilen?" vroeg de schaapherder.
"Ja wel," zei Jan en ze ruilden.
En toen Jan met den hond thuiskwam en aan zijn moeder vroeg wat ze er van dacht, toen zei zijn moeder: "'t Is mij goed, nu kunnen wij de schelmen van de deur houden."
Een tijdje later kwam er 'ne man met een kat voorbij.
"Wilt gij uwen hond niet tegen mijn kat verruilen?" vroeg de man.
"Ja wel," zei Jan en zij ruilden.
En toen Jan met de kat bij zijn moeder kwam en vroeg, wat ze er van dacht, toen zei zijn moeder: "'t Is mij goed. Nu kunnen wij de muizen kwijt raken."
Toen Jan een tijdje de kat gehad had, kwam hij op 'nen goeien dag 'nen koopman in wetsteenen tegen.
"Ik geef drie wetsteenen voor uw kat," zei de koopman.
"Dat is goed," zei Jan en zij ruilden.
En toen Jan met zijn wetsteenen bij zijn moeder kwam, en vroeg wat ze er van dacht, toen zei zijn moeder: "'t Is mij goed. Nu kunnen wij onze messen wetten."
Op 'nen keer dat Jan met de drie wetsteenen in zijnen zak voorbij 'nen poel kwam, hoorde hij de kikvorschen kwaken: "Jan de-n-tuitelaar heeft alles vertuiteld, Jan de-n-tuitelaar heeft alles vertuiteld," en zij hielden maar niet op.
Jan werd kwaad.
"Als gij niet stil zijt, gooi ik," zei Jan.
Maar jawel, de kikvorschen kwaakten maar door.
"Jan de-n-tuitelaar heeft alles vertuiteld! Jan de-n-tuitelaar heeft alles vertuiteld!"
"Daar," zei Jan en hij gooide met een van zijn wetsteenen. Eventjes hield het gekwaak op, maar al heel gauw begon het liedje op nieuw.
"Klets," zei Jan en hij gooide nog eens. Maar 't gaf niks, de kikvorschen kwaakten al maar door.
"Wel sapperdemikkenboterham," vloekte Jan, en hij gooide met zijn laatste wetsteen naar de kikkers.
Nu had Jan niets meer en treurend ging hij naar huis. En toen hij bij moeder aan de deur was, toen hoorde hij heel in de verte de kikvorschen nog almaar doorkwaken:
"Jan de-n-tuitelaar heeft alles vertuiteld! Jan de-n-tuitelaar heeft alles vertuiteld!"
(Noord-Brabant, Oirschot; waarschijnlijk omstreeks 1890 opgetekend; Handschrift Sassen)

Onderwerp

ATU 1415 - Lucky Hans.    ATU 1415 - Lucky Hans.   

Beschrijving

Een jongen plant een erwteplant. Deze plant wordt zo hoog dat hij boven de wolken uitgroeit. De jongen klimt in de plant om God om nieuwe schoenen te vragen. Hij krijgt zilveren schoenen, die hij na verloop van tijd tegen een paard inruilt. Hij kan nu met zijn moeder uit rijden gaan. Vervolgens ruilt hij het paard in voor een koe. Ze hebben nu hun eigen melk. De koe wordt geruild voor een schaap, zodat ze wol hebben. Het schaap wordt geruild voor een hond, die zorgt voor de bewaking. De jongen ruilt de hond in voor een kat, die de muizen verdrijft. Ten slotte ruilt hij de kat in voor drie wetstenen. Dan hoort hij kikkers een lied zingen waarin ze de jongen uitjouwen. Om de kikkers de mond te snoeren gooit hij de wetstenen naar ze. Maar ze houden niet op.

Bron

J.R.W. Sinninghe: Vijftig Nederlandse Sprookjes, Amsterdam 1942, p.43-45

Commentaar

ca 1890
Onder Beeld vier plaatjes van Gelukkige Hans uit een Sprookjeskwartet.
Lucky Hans

Naam Overig in Tekst

Jan de-n-Tuitelaar    Jan de-n-Tuitelaar   

Onze Lieve Heer    Onze Lieve Heer   

Sint Pieter    Sint Pieter   

Zondag    Zondag   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20