Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

BOEKV065 - Van de gehoorzame Vrouw

Een sprookje (), 1901

Leonardo_Diffusion_XL_a_woman_pulling_a_carriage_19th_century_0.jpg

Hoofdtekst

Van de gehoorzame Vrouw.

Er was eens een boer en die had een best wijf, maar het was een groote bazin. Zij deed het werk thuis zoo ijverig mogelijk, maar haar man moest dan ook, weer of geen weer, het land in.
Nou gebeurde het op een dag, laat in den herfst, dat het hagelde en sneeuwde en waaide van belang; maar hij moest toch naar het land, meer dan een half uur van huis. Geen mensch was er met dat gemeene weer op weg. Alleen een paardenkoopman, die voor zijn zaken noodzakelijk op het pad moest, reed met zijn paard en wagen voort. Maar op het lest kon zijn paard er haast niet meer tegen op en het bleef effekes staan. Daar hoorde hij zuchten. "Wat kan dat wezen?" dacht hij, "wie zou er nou nog buiten wezen?" Maar jawel, daar werd alweer gezucht; dus hij ging even kijken. En ja, daar achter het hek stond ons boertje, koud en verkleumd. "Wat moet jij daar doen?" vroeg hij. "Och," zei de boer, "ik heb een best wijf, maar ze zegt dat als zij werkt ik ook moet werken, en ze wil daarom niet hebben dat ik overdag thuis ben." "Hoor es," zei de paardenkoopman, "dan moet het nou toch maar, want het is nou geen weer; stap maar op, dan rij ik je naar huis." Dat ging aan. Ze kwamen natuurlijk weldra bij de boerderij en toen moest de voerman ereis opsteken. Ze raakten aan den praat en de koopman bleef eten en op lest ook slapen, want het weer bedaarde maar niet.
Nou had de boer een dochter, een weergaasch aardige meid. Dat vond de koopman ook en het ging hem aan zijn hart toen hij eindelijk weg most. Het was hem dan ook zoo goed bevallen, dat hij niet lang daarna nog eens terugkwam, en later nog eens. En zoo raakte hij aan 't vrijen en op 't lest besloten ze samen te trouwen ook.
Toen hij nu goed en wel de bruigom was en de bruid aan haar te kleeden was, hoorde hij toevallig de moeder zeggen: "Kind, zorg toch vooral dat je de baas in huis blijven, want dat ben ik ook." De dochter beloofde dat. "Jongens," dacht de koopman, "dat ziet er mooi uit!" Maar hij trouwde toch met haar.
Toen ze nu een poosje getrouwd waren, gingen ze naar de ouwe lui. Moeder riep haar weer apart en zei: "Nou? ben-je de baas?" "Ja," zei ze, "dat gaat wel, maar nog niet heelemaal." "Pas dan op," zei moeder; "denk er om dat ik ook altijd het hoofd geweest heb."
Ze kwamen 's avonds weer thuis, maar zijn vrouw werd van toen af met den dag baziger. Toen vond hij op lest dat het nou mooi genoeg was, en hij zei: "We mosten nog ers naar je moeder gaan. 't Is nou mooi weer en we zijn er in zoo lang niet geweest." Zij wou dat wel. Dus hij spant in. Maar hij nam den oudsten knol dien hij had. Ook nam hij een ouden hond mee.
Nou mocht die hond oud wezen, hij liep altijd toch nog harder dan het paard. Dus hij roept: "Achter blijven!" Maar de hond loopt door. "Achter blijven!" roept hij weer. "Hoor-je me niet, pot hier en gunter! Als ik het nog eris zeg en je doet het niet, dan steek ik je gelijk (1) hartstikkedood. Achter blijven! zeg ik." Maar de hond liep door. "Vrouw, hou de leidsels vast." Hij er uit en den hond aan zijn mes geregen. "Zie zoo," zei hij, "nou zal hij niet ongehoorzaam meer wezen."
Een eindje verder struikelt zijn paard. "Sta vast," zeit hij. Wat verder stroffelt het paard alweer. "Sta vast, zeg ik," zeit hij voor de tweede maal. "Als ik het nog eris moet zeggen, rijg ik je ook aan het mes." Nou, de knol stronkelde weer en hij stak hem zoo dood als een pier.
Daar stond de wagen. "We moeten toch verder," zei hij; "ala vrouw, jij het haam over je schouder en het hoofdstel om." "Dat doe ik niet," zei ze. "Bij çi en la," zei hij, "nou zeg ik het voor de tweede keer, maar pas op als ik het voor de derde keer moet zeggen." Trillend gehoorzaamde ze toen en zullie op haar moeder af: hij in den wagen met de zweep in zijn handen.
Ze hadden natuurlijk veel bekijks en de boerin zag ze ook al in de verte aankomen. Dat was natuurlijk een plezier van heb ik jou daar. "Wie zouden dat toch wezen?" "Het is die." "Nee," zei een andere, "het is die." "Mijn dochter is het vast niet," zei de boerin, "want die is de baas." Maar ja, toen ze dichterbij kwamen, was het haar dochter toch. "Hoe heb ik het nou met je?" zei ze. "O moeder, hou je stil; hij heb den hond en het paard ook dood gestoken, en als ik nog een keer niet doe wat hij zegt moet ik er ook an."
Na dien tijd was ze de gehoorzaamste vrouw van de wereld en hebben ze altijd een best leven gehad.

Onderwerp

AT 0901 - Taming of the shrew    AT 0901 - Taming of the shrew   

ATU 0901 - Taming of the Shrew.    ATU 0901 - Taming of the Shrew.   

Beschrijving

Een boer is getrouwd met een vrouw die altijd de baas wil spelen. Ze stuurt haar man ook het land op als het afschuwelijk weer is. Onderweg ontmoet de boer een koopman op een paard en wagen. Ze keren terug naar de boerderij voor onderdak. De koopman wordt verliefd op de dochter van de boer, en komt vaker langs. Als ze gaan trouwen, krijgt de dochter van de moeder het advies: zorg dat je altijd de baas blijft. De dochter belooft dit. De bruidegom hoort het. Telkens als het jonge stel op visite komt, zegt de moeder tegen de dochter dat ze de baas moet spelen. De dochter wordt inderdaad steeds baziger. Op een dag gaat de koopman met zijn vrouw weer op visite. Hij spant zijn oudste paard in en neemt zijn oudste hond mee. De koopman beveelt zijn hond driemaal om niet vooruit te lopen, maar achter te blijven. Als de hond niet luistert, steekt hij hem dood. Driemaal ook beveelt de koopman zijn paard om niet zo te struikelen, en steekt het dier vervolgens dood. Dan beveelt hij zijn vrouw om de wagen te trekken. Doodsbenauwd voldoet zij aan zijn bevel. Bij de boerderij ontstaat grote hilariteit als men in de verte een vrouw een wagen ziet trekken. Maar de boerin schrikt als zij ziet dat het haar dochter is. De dochter vertelt wat er gebeurd is. Vanaf die tijd hebben de koopman en de dochter een prettig huwelijk.

Bron

G.J. Boekenoogen 'Nederlandse sprookjes en vertelsels' in: Volkskunde 16 (1904), pp. 98-100 N°52

Motief

T251.2.3 - Wife becomes obedient on seeing husband slay a recalcitrant horse.    T251.2.3 - Wife becomes obedient on seeing husband slay a recalcitrant horse.   

T251.2 - Taming the shrew.    T251.2 - Taming the shrew.   

Commentaar

vgl. CBAK0283

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20