Knjillis Veenstra kon van tevoren zien wie er zou sterven tijdens de epidemie van de mazelen. Ook de dood van zijn dochter zag hij voordat die gebeurde.
Mensen die de helm [vlies] hebben van een pasgeboren kind, zijn kogelvrij. Als de helm niet goed bij het kind wordt weggehaald, moet het later alles zien.
Piter Kooistra heeft oude Liuwe vermoord op de Iestwei. Vlak voor die gebeurtenis liep hij over die weg met zijn schoonvader. Op een gegeven moment kon zijn schoonvader niet meer verder lopen, hij zag een zwarte streep over de hele weg lopen.
Het zusje van de verteller was helderziend. Zij zag lijkstoeten over de weg rijden. Ze zag ook de begrafenis van haar opa voorbijkomen. 's Nachts ging ze vaak uit bed om de lijkstoeten te zien.
De buurvrouw was overstuur omdat het wiegje dat bij haar op zolder stond de hele tijd bleef schommelen. Later kreeg ze een baby, die in die wieg kwam te liggen.
Knjillis Veenstra was helderziend. Hij kon dingen van tevoren zien, en die kwamen altijd uit. Zo kwam zijn voorspelling dat er een wit paard voor een begrafeniswagen zou lopen, ook uit: het sneeuwde die dag.
Een boer woonde in een gebied waar veel water was. Hij hoorde daar op een keer het gerammel van deksels van melkbussen. Later kwamen er op die plek boerenbedrijven te staan.
Een oud vrouwtje kon lichten zien op de weg. Dit bleken de fietslampen te zijn, die pas veel later zouden komen. Er waren toen namelijk nog geen fietsen.
Knillis Veenstra kon sterfgevallen voorspellen en zag vaak lijkstoeten over de weg rijden. Wanneer er een lijkstoet kwam, moest Knillis ernaartoe. Hij kon niet meer thuisblijven en kwam in een armenhuis in Kollumerzwaag terecht.
Sommige kinderen worden met de helm geboren. Dat is een vliesje dat voor de ogen zit. Als je het verwijdert, moet je naar achteren strijken. Anders moet het kind later alles zien [wordt het helderziend].
De moeder van de vertelster kon voorspellen dat een man die in Holland woonde daar niet meer naar terug zou keren. Hij sprong even later van een brugleuning en verdronk.
De moeder van een vertelster zag een lijk over het water aan komen drijven vanuit Dokkum. Iets later werd er inderdaad een lijk uit Dokkum in het water gevonden.
De moeder van de vertelster voorspelde dat er twee huizen bij hen in de buurt af zouden branden. Bij een van de branden zou al het vee van Dedde Wybenga omkomen.