De verteller komt met zijn auto vast te zitten in het bos en gaat de weg vragen aan een boer. De boer rolt een shagje en zegt; "jongen, die natuur die brandt erin."
Een man zou bij een vreselijk sterke boer eens een varken ophalen. Maar de weg naar hem toe was erg modderig, en de wagen kwam er niet doorheen. Toen heeft de boer zijn varken van 300 pond zo opgetild en naar de man toegebracht en daar in de wagen…
Een knecht moet laarzen voor de boer halen, maar zegt dat hij de beide dochters moet pakken. Zij geloven dat niet, en de knecht roept: één of allebei? De boer roept terug: allebei.