Een knecht ziet ’s nachts een zwarte kat over een balk in de paardenstal lopen. Hij slaat ernaar met de zeis, raakt het dier, maar de kat rent de schuur in. De knecht haalt de boer en als ze samen gaan kijken, dan vinden ze een gewonde, naakte vrouw…
Een man die met paard en kar door Hoelbeek reed, kwam voorbij het huis van Anneke B. Op dat ogenblik sprong er een zwart katje op de weg. De paarden konden niet meer verder tot B. Anneke naar buiten kwam.
Een man was in de buurt van het huis van Toon T.A. met zijn kar vastgereden in de modder. Opeens kwam er een man voorbij, die de kar met één hand uit de modder trok.
Op een dag reed Harie H. per ongeluk Marie van de B. omver met zijn kar. Hoewel het een ongeluk was, zinde Marie op wraak. Een tijdje later stierven alle dieren bij boer Harie. Pas toen was de heks tevreden.
Een man die met paard en kar voorbij het huis van een heks reed, was boos toen zijn paarden plots bleven stilstaan. Toen de heks sprak: "Dat ze verdergaan!", liepen de paarden weer door.
Na zijn dood kwam de drossaard spoken in de gedaante van een grote hond. Met een pen achter de oren ging het dier dan in een hoekje zitten. Toen een geestelijke de drossaard wilde verbannen, sprak het spook: "In je studententijd heb jij ooit een…
Toen de brouwer met zijn kar vastzat in de gracht, kwam een heks uit het dorp aangelopen met de woorden: "Wacht, ik zal eens helpen". Zonder enige moeite duwde de heks de kar uit de gracht.
Dwaallichtjes vertoefden vooral op vochtige plaatsen. Wanneer een dwaallichtje op de kar van een boer kwam zitten, konden de paarden geen stap meer verder.
Vroeger gingen de boeren uit Beek naar Maastricht om er het koren te dorsen. Onderweg kwamen ze voorbij een klein straatje waarin de bokkenrijders zich vaak schuil hielden. De boer die voorop ging, was echter bedacht op een aanval en had een haak…
Een boer was in Brugge een klok gaan halen voor een boerderij. Op de terugweg sloeg de kar om, waardoor de kok in een put viel. Hoe men ook groef, men heeft die klok nooit meer teruggevonden. Daarom werd die pur later 'de klokkenput' genoemd.
Omdat de paters van Rekem een nieuwe kerk wilden bouwen, gingen ze in het bos van Lanklaar een zware steen halen. Toen de paters in Opgrimbie kwamen, liep er plots een zwarte kat onder de kar door. Op het ogenblik dat de paters de kat met hun kar…
Heksebetje woonde op de weg naar Trootsje. Wanneer een voerman met zijn wagen voorbij het huis van Heksebetje reed, bleven de paarden altijd stilstaan. Pas wanneer de heks naar binnen ging, konden de paarden weer verder.
Een man die van Aartrijke naar Ichtegem reed, kwam voorbij een boerderij. Precies op die plaats begon de kar van de man te rammelen. Het volgende ogenblik stond de boerin vóór hem allerlei gebaren te maken. Even later was de boerin spoorloos…
In Rutten woonde een vrouw die altijd een wit mutsje droeg. Op een dag zorgde de vrouw ervoor dat een koopman uit Lauw met zijn kar in een vijver reed.
Een man had op de kermis in Stokkem een bokkerijder ontmoet, die had gevraagd of hij ook lid wilde worden van de roversbende. Daarop had de man geantwoord: "Neen, van een bende roofmoordenaars wil ik geen deel uitmaken!" Door niet op het voorstel…
Op de weg naar Ichtegem woonde een vrouw die kon toveren. Veel mensen hadden al naar die vrouw geschoten, maar ze konden haar nooit raken. Die vrouw kon zichzelf namelijk in een hond veranderen. Wanneer er een kar voorbij haar huis reed, sloeg die…
Op een dag hielden de Paters van Weert missie in Beek. Toen de paters 's avonds vertrokken, lieten ze zich door voerman Pier-Jan van H. naar het klooster brengen. Onderweg zagen ze in 't Weerter Broek een vuurman. Eén van de paters vroeg: "Wat is…
Een man die met paard en kar terugkwam van Lanaken, reed voorbij een heg. Op die plaats begon het paard plots te briesen en tegen te werken. Waarschijnlijk zat daar iets in de haag.
In Oostkamp woonden vroeger drie tovenaressen. Een boer die zijn oogst in een kar had geladen, sprak tot de omstaanders: "Daar bij dat huis zal de kar omkantelen". Zo gebeurde het ook.
Een man die 's avonds op pad was, zag een dwaaslichtje op de kar springen. Even later was de kar zo vol met dwaallichtjes dat het paard niet meer verder kon.
In Eernegem woonde een vrouw die over bijzondere krachten beschikte. Omdat iedereen bang was voor die vrouw, durfde niemand haar iets weigeren. Als er een koe in een kar moest worden geladen, zorgde de vrouw ervoor dat dat zonder enige moeite kon…