Een boer uit Helden was op de koehandel. Hij liep daar aan in een huis en vroeg de vrouw of ze geen koe te koop hadden. Dit was niet het geval, maar de vrouw hield hem wat aan de praat. Opeens viel de man op dat de boterkarn die er stond op en neer…
De betoverde karn, dan kreeg je nooit boter. Een gloeiend ijzer moest je er indoen, dan liep die toverheks, die dat veroorzaakt had, die liep dan de volgende dag met een doek om haar hoofd.
Toen de karn niet wilde boteren heeft men er een gloeiende pook in gestoken. De karn werkte weer, maar de buurvrouw liep hierna rond met een verbrande arm.
Koeien geven geen melk meer en de kippen leggen geen eieren meer als boerin oude vrouw zegt op te houden met vragen. Na het zegenen van de boterkarn en de kippen door de pastoor verschijnt de oude vrouw niet meer.