Twee knechten slapen samen in een bedstee. Midden in de nacht hebben ze honger. Er staat een pan met brij in de kelder en ze spreken af dat de ene zich vol zal eten, en een pollepel vol brij mee zal brengen voor zijn maat. Maar in het donker vergist…
Meine Wykstra was o.a. turfschipper. Hij was eens aan het varen, toen een stem uit het water riep: de tijd is er, maar de man niet. Even later raakte een van de varenden buiten boord en kon niet meer gered worden.