Een filosoof krijgt van een misdadiger een steen tegen zijn hoofd gegooid. Men raadt hem aan naar de burgemeester te gaan, waarop hij zelf zegt dat hij beter eerst naar de arts kan gaan.
Er was een twist tussen de abten van Postel en de heren van Rethie over de grenzen van hun beide gebieden. Ze besloten de scheper van Postel om raad te vragen. Deze bepaalde de grenzen en bevestigde deze met het zweren van een eed.