Erbert, de heer van Belfeld, kreeg bezoek van een pelgrim, die zijn gelaat bedekt hield en om onderdak vroeg. De streek werd in die tijd geteisterd door Noormannen, maar omdat de pelgrim zei op weg te zijn naar Jeruzalem, vertrouwde Erbert de man.…
Op een rijksdag zei een vorst tegen sommige bisschoppen: 'Gaat voor, geschonden vorsten.' Daarop antwoordde één van hen: 'En volgt ons, geboren dwazen.'