Een schip voor de haven van Emden verkeerde in grote nood. De mannen gilden om redding, maar de boomsluiter wilde de reddingsboot nog niet uitzetten. Pas toen het te laat was liet hij de boten uitvaren. Sinds die tijd, als het stormt, is een schip…
Bij Uitland liet zeeman Zoutkamp zijn boot zinken voor de kostbare lading. In het geruis van de golven is nog het geschreeuw te horen van de bemanning van het schip die overboord sloeg. De voorman spookt daar nog steeds rond, gedoemd voor het altijd…
Een man, die de dokter moet halen, raakt op de terugweg aan het dwalen en komt pas thuis als de baby er al is. Oorzaak zou de toverkundige knecht J. B. zijn.