Trefwoorden: aanleggen, amuseren, besluiten, beurt, breken, brengen, dominee, echtgenoot, echtgenote, feest, feestmaal, gast, geloven, geven, gewillig, gewoonte, gril, halen, hangen, hart, houden, huis, korf, kruipen, leren, lied, liefhebben, meebrengen, mishandelen, nek, nier, nuk, onderweg, onmogelijke, ontrouw, opdracht, overtuigen, partij, sinaasappel, sturen, tafel, toetakelen, verdragen, verhouding, vermaak, vertellen, vertrekken, vervullen, zak, zingen